Inhoudsopgave
Advertenties
Het stoftransport gaat niet soepel
De transporteur is stof g.
De steken zijn te jn.
De transporteur is niet omhoog gebracht nadat u hebt genaaid
met een verzinkte transporteur.
De naden hebben lusjes
De bovendraadspanning is te los.
De naaimachine naait of loopt niet
De stekker zit niet in het stopcontact.
De draad zit vast in de grijper.
De spoelwinderas keert na het opwinden van de spoel niet
terug naar links. (voorwaarde voor het opwinden van de spoel)
De steekdichtheid is niet geschikt voor de stof.
De naaimachine maakt veel lawaai
De draad zit vast in de grijper.
Er bevindt zich stof in de grijper of spoelhouder.
Het knoopsgat wordt niet netjes genaaid.
De steekdichtheid is niet geschikt voor de stof.
U hebt geen gebruik gemaakt van vlieseline bij het naaien van
stretchstoffen.
De stof glijdt weg
De druk van het voetpedaal is niet goed ingesteld.
Belangrijk: Zet de machine uit met de hoofdschakelaar voordat u de naaivoet en
naald vervangt. Leg altijd stof onder de naaivoet als u gaat naaien.
Zet de naaimachine uit wanneer u weg moet, hoe kort ook. Dit is met name belangrijk
wanneer er kinderen in de buurt zijn.
Onderhoud en storingen
Pagina 3:2
Pagina 1:13
Pagina 1:3
Pagina 1:16
Pagina 1:2
Pagina 3:2
Pagina 1:6
Pagina 1:14
Pagina 3:2
Pagina 3:2
Pagina 2:13
Maak gebruik van
vlieseline
Pagina 1:3
3:5
Advertenties
Inhoudsopgave
