D
De tweelingnaald inrijgen
Zet de machine uit met de
hoofdschakelaar.
Plaats de tweelingnaald.
Plaats de tweede garenpen in de daarvoor
bestemde uitsparing (C). Schuif een
stukje vilt en een garenklos op de extra
garenpen.
Het inrijgen verloopt precies hetzelfde als
bij een enkele naald.
Leid de ene draad door de draadgeleider
(D) links op de naaldhouder en de andere
draad door de draadgeleider rechts (E).
Haal de draad van voor naar achteren
door de naalden.
Let op: Een tweelingnaald kan niet worden
ingeregen met de draadinsteker.
E
Bediening van de hobby 1142
Naaien met een tweelingnaald
Zet de steekbreedte op maximaal 3 mm,
anders raakt de naald de steekplaat en
kan hij breken.
Zet de steeklengte op minimaal 2mm
voor recht stikwerk. Zet de steeklengte op
minimaal 1,5 mm bij alle andere steken.
Gebruik dezelfde voet als die wordt
aanbevolen voor het naaien van de
geselecteerde steek met een enkele naald.
Katoengarens of met katoen omwikkelde
garens zijn het meest geschikt.
Synthetische garens worden niet
aanbevolen, aangezien deze de neiging
hebben te gaan draaien.
Let op: Als u van naairichting wilt
veranderen, moet u de naald omhoog brengen
en de stof keren.
1:11
C