Tweede uitgave • Eerste druk
5
Proportionele joystick en functieschakelaar voor
rij-, stuur-, hef- en stempelfuncties
Heffunctie: Druk de functieschakelaar in en houd
deze ingedrukt om de heffunctie op de
platformjoystick in te schakelen. Verplaats de
joystick in de richting die wordt aangegeven door
de blauwe pijl om het platform omhoog te
brengen. Verplaats de joystick in de richting die
wordt aangegeven door de gele pijl om het
platform neer te laten. Het daalalarm dient te
klinken terwijl het platform omlaaggaat.
Rijfunctie: Druk de functieschakelaar in en houd
deze ingedrukt om de rijfunctie op de
platformjoystick in te schakelen. Verplaats de
joystick in de richting die wordt aangegeven door
de blauwe pijl op het bedieningspaneel en de
machine gaat rijden in de richting die wordt
aangegeven door de blauwe pijl. Verplaats de
joystick in de richting die wordt aangegeven door
de gele pijl op het bedieningspaneel en de
machine gaat rijden in de richting die wordt
aangegeven door de gele pijl.
Stempelfunctie: Druk de functieschakelaar in en
houd deze ingedrukt om de stempelfunctie op de
platformjoystick in te schakelen. Verplaats de
joystick in de richting die wordt aangegeven door
de blauwe pijl en de stempels worden
ingeschoven. Verplaats de joystick in de richting
die wordt aangegeven door de gele pijl en de
stempels worden uitgeschoven.
6
Duimschakelaar voor stuurfunctie
Druk op de linkerzijde van de
duimschakelaar om de machine te
sturen in de richting waarin de
blauwe driehoek op het
platformbedieningspaneel wijst.
Druk op de rechterzijde van de
duimschakelaar om de machine te
sturen in de richting waarin de gele
driehoek op het
platformbedieningspaneel wijst.
Onderdeelnr. 1278003GTDU
7
8
9
10 Stempelfunctieknop
GS-2669BE • GS-3369BE • GS-4069BE
Bedieningselementen
Diagnose-LED/accuconditiemeter
Rijfunctieknop
Druk op deze knop om de rijfunctie
te activeren.
Indicatielampjes stempels
Tijdens het uitschuiven van de
stempels knipperen de lampjes
groen. Wanneer een stempel de
grond raakt, licht het lampje
ervan continu groen op. Telkens
wanneer de uitschuifprocedure
van de stempels wordt
onderbroken, gaan de lampjes
groen knipperen, wat aangeeft
dat de stempels de grond nog
niet raken of nog niet volledig
geactiveerd zijn. Tijdens het
inschuiven van de stempels
lichten de lampjes continu groen
op. Wanneer een stempel
volledig is ingeschoven, gaat het
lampje ervan uit. Als een lampje
continu rood oplicht, geeft dit
aan dat de bijbehorende
stempel de aanslag heeft
bereikt.
Druk op deze knop om de
stempelfunctie te activeren.
Bedieningshandleiding
21