REMKO Serie ETF Eco
Continubedrijf apparaten door
middel van externe condensafvoer
De apparaten zijn aan de
achterkant voorzien van een
condens – aansluitnippel.
Hierop kan een meegeleverde
(1m) speciale afvoerslang worden
aangesloten.
1. De wartelmoer [A] uitdraaien
(links draaien).
2. De afdichtdop [B] uit de
aansluitnippel trekken.
3. De afvoerslang met het gladde
einde door de achterkant van
de wartelmoer [A] schuiven
4. De afvoerslang met
de wartelmoer [A] op
de aansluitnippel schroeven.
De condens moet bij continubedrijf
zonder toezicht bij voorkeur naar een
lager gelegen afvoer weggeleid worden.
Bij gebruik van een extern
opvangreservoir (kuip, emmer,
etc.) dient het apparaat op een
dienovereenkomstig hogere plaats te
worden opgesteld.
LET OP
!
Er dient zonder meer op te
worden gelet dat de afvoerslang
met verval naar de afvoer
wordt geleid zodat de condens
ongehinderd weg kan lopen!
18
Continubedrijf apparaten via
de interne condenspomp
De apparaten zijn voor gebruik op
plaatsen zonder afvoer speciaal
uitgerust met een condenspomp.
Hiermee kunt u afhankelijk van
de omstandigheden ter plaatse
verschillende manieren van
condensafvoer realiseren.
Het gepatenteerde condenspomp-
aansluitpaneel [KP] bevindt zich aan
de achterzijde van het apparaat.
Sluit hier zorgvuldig de meegeleverde
aansluitadapter [SA] op aan.
AANWIJZING
A
B
Een pompfunctie is uitsluitend
mogelijk via de meegeleverde
aansluitadapter [SA].
De door de fabriek geleverde
lengte van de slang bedraagt 5
meter. Deze kan indien gewenst
door de gebruiker tot max. 10
meter worden verlengd.
LET OP, slang niet knikken!
Met de ingebouwde condenspomp
kan een hoogteverschil van maximaal
5 meter worden overbrugd.
LET OP
!
Na het insteken van de adapter
[SA] is de pomp direct klaar
voor gebruik en kan evt.
meteen water verplaatsen.
KP
SA
Lekcontrole
Om schade bij verlies van kou-
demiddel te vermijden, is het
apparaat voorzien van een lekcon-
trole.
Als het apparaat een lek detec-
teert, wordt de compressor uit-
geschakeld. Om ophoping van
koudemiddel te vermijden, werkt
de ventilator onafgebroken verder.
HINWEIS
Door het uit- en weer inscha-
kelen van de compressor draait
het apparaat eerst in normaal
bedrijf verder tot de lekcon-
trole de compressor weer
uitschakelt.
ACHTUNG
!
Een tekort aan koudemiddel
kan schade aan het apparaat
veroorzaken. Bij het detecte-
ren van een dergelijk tekort
(permanent ventilatorbedrijf
zonder dat de compressor
draait) moet het apparaat bui-
ten bedrijf worden gesteld!
Werkzaamheden aan de
koelinstallatie en aan de
elektrische uitrusting mogen
alleen door een speciaal ge-
autoriseerd vakbedrijf worden
uitgevoerd!
De lekcontrole is geen vervan-
ging voor de onderhoudswerk-
zaamheden en de controles op
beschadigingen!