Eerste uitgave • Tweede druk
11 Twee-assige proportionele joystick voor rij- en
stuurfuncties
OF Proportionele joystick voor rijfunctie en
duimschakelaar voor stuurfunctie.
Beweeg de joystick in de richting van de blauwe
pijl op het bedieningspaneel om de machine
vooruit te laten rijden. Beweeg de joystick in de
richting van de gele pijl om de machine achteruit
te laten rijden. Beweeg de joystick in de richting
van de blauwe driehoek om de machine naar
links te sturen. Beweeg de joystick in de richting
van de gele driehoek om de machine naar rechts
te sturen.
OF
Beweeg de joystick in de richting van de blauwe
pijl op het bedieningspaneel om de machine
vooruit te laten rijden. Beweeg de joystick in de
richting van de gele pijl om de machine achteruit
te laten rijden. Druk op de linkerzijde van de
duimschakelaar om de machine naar links te
sturen. Druk op de rechterzijde van de
duimschakelaar om de machine naar rechts te
sturen.
Onderdeelnr. 1299606DUGT
12 Indicatielampje 'rijden ingeschakeld'
Als het lampje brandt, duidt dit aan dat de arm
net voorbij een van beide achterwielen is
gedraaid en de rijfunctie is uitgeschakeld.
13 Rijschakelaar
Houd de rijschakelaar naar een van beide zijden
en verplaats de rij-joystick langzaam uit het
midden om te rijden terwijl het lampje 'rijden
ingeschakeld' brandt. Houd er rekening mee dat
de machine kan gaan rijden in de richting die
tegengesteld is aan de richting waarin de rij- en
stuurbedieningselementen worden bewogen.
14 Rijsnelheidkeuzeschakelaar
Symbool ‚machine op helling': laag
snelheidsbereik voor verbeterde
smoorklepregeling bij verminderde rijsnelheid.
Symbool ‚machine op horizontale ondergrond':
hoog snelheidsbereik voor maximum rijsnelheid.
15 Indicatielampje 'machine niet vlak'
Het indicatielampje 'machine niet vlak' gaat
branden zodra het scheefstandalarm klinkt.
16 LCD-scherm
a zie bedieningshandleiding
b neem contact op met onderhoud
c gevaarlijke situatie
d hybride modus
e DC-modus
-60 FE • S
®
®
S
-60 DC
Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
33