Bedieningshandleiding
Veiligheidslichtgordijn / -lichtscherm
5. Gebruik en onderhoud
5.1 Testen voor de inbedrijfname
Voor�de�inbedrijfname�moeten�de�volgende�punten�door�de�verantwoor-
delijke�getest�worden
Testen van de bedrading voor inbedrijfname
1�� D e�spanningstoevoer�is�een�24V�gelijkstroomvoeding�die�aan�de�
Europese�Richtlijnen,�Laagspanningsrichtlijnen�voldoet�Een�uitvaltijd�
van�het�net�van�20�ms�moet�overbrugd�worden
2�� D e�polariteit�van�de�spanningstoevoer�aan�de�SLC/SLG�is�correct
3�� D e�aansluitkabel�van�de�zender�is�correct�aangesloten�op�de�zender�
en�de�aansluitkabel�van�de�ontvanger�is�correct�aangesloten�op�de�
ontvanger
4�� D e�dubbele�isolatie�tussen�de�uitgang�van�het�lichtgordijn�en�een�
externe�potentiaal�is�gegarandeerd
5�� D e�uitgangen�OSSD1�en��OSSD2�zijn�niet�op�+24�VDC�aangesloten
6�� D e�aangesloten�schakelelementen�(last)�zijn�niet�op�24�VDC�aange-
sloten
7�� A ls�twee�of�meer�SLC�ruimtelijk�dicht�bij�elkaar�gebruikt�worden,�moet�
bij�de�installatie�een�afwisselende�plaatsing�in�acht�genomen�worden�
Een�wederzijdse�beïnvloeding�van�de�systemen�moet�uitgesloten�
worden�(zie��hoofdstuk�Beam�codering�)
Schakel de SLC/SLG in en controleer de werking op de volgende
manier
Het�systeem�voert�na�het�inschakelen�van�de�bedrijfsspanning�
gedurende�2�seconden�een�zelftest�uit�Daarna�worden�de�uitgangen�
vrijgeschakeld�(indien�het�veiligheidsveld�niet�onderbroken�is)�De�LED�
"OSSD�AAN"�van�de�ontvanger�brandt
Bij�een�niet-correcte�functie�moet�u�de�instructies�van�het�
hoofstuk�Foutdiagnose�opvolgen
5.2 Onderhoud
Gebruik�de�SLC/SLG�niet�zolang�de�inspectie�niet�volledig�
afgesloten�en�beëindigd�is�Een�foutieve�inspectie�kan�tot�
zware�of�zelfs�dodelijke�verwondingen�leiden
Voorwaarden
Om�veiligheidsredenen�moeten�alle�inspectieresultaten�bewaard�wor-
den�De�werkwijze�van�de�SLC/SLG�en�de�machine�moet�gekend�zijn�
om�een�inspectie�te�kunnen�doorvoeren�Als�de�monteur,�de�plannings-
technicus�en�de�operator�verschillende�personen�zijn,�moet�u�ervoor�
zorgen�dat�de�gebruiker�over�voldoende�informatie�beschikt�om�het�
onderhoud�te�kunnen�uitvoeren
5.3 Regelmatige inspectie
Voer�een�regelmatige�visuele�inspectie�en�functietest�uit,�inclusief�de�
volgende�stappen:
1�� H et�toestel�vertoont�geen�zichtbare�schade
2�� D e�optische�afdekking�is�bekrast�noch�vervuild
3�� G evaarlijke�machineonderdelen�kunnen�uitsluitend�via�het�veilig-
heidsveld�van�de�SLC/SLG�benaderd�worden
4�� B ij�het�werken�aan�gevaarlijke�machineonderdelen�blijft�het�perso-
neel�binnen�de�detectiezone
5�� D e�veiligheidsafstand�van�de�toepassing�is�groter�dan�de�mathemati-
sche�berekende
Bedien de machine en controleer of de gevaarlijke beweging in de
hieronder vermelde omstandigheden stopt.
6�� G evaarlijke�machineonderdelen�bewegen�niet�als�het�veiligheidsveld�
onderbroken�is
7�� D e�gevaarlijke�machinebeweging�stopt�onmiddellijk�als�het�veilig-
heidsveld�met�de�teststaaf�onmiddellijk�voor�de�zender,�onmiddellijk�
voor�de�ontvanger�en�in�het�midden�tussen�de�zender�en�de�ontvan-
ger�onderbroken�wordt
8�� G een�gevaarlijke�machinebeweging�als�de�teststaaf�zich�in�het�veilig-
heidsveld�bevindt
9�� D e�gevaarlijke�machinebeweging�komt�tot�stilstand,�als�de�span-
ningstoevoer�van�de�SLC/SLG�uitgeschakeld�wordt
5.4 Halfjaarlijkse inspectie
Controleer�alle�zes�maanden�of�bij�iedere�wijziging�van�een�machine-
instelling�de�volgende�punten:
1�� D e�machine�stopt�of�verhindert�geen�veiligheidsfunctie
2�� E r�heeft�geen�wijziging�aan�de�machine�of�een�verandering�van�de�
verbindingen/aansluitingen�plaatsgevonden,�die�het�veiligheidssys-
teem�beïnvloeden
3�� D e�uitgangen�van�de�SLC/SLG�zijn�correct�op�de�machine�aangesloten
4�� D e�totale�aanspreektijd�van�de�machine�is�niet�groter�dan�de�aan-
spreektijd�die�bij�de�eerste�inbedrijfname�berekend�werd
5�� K abels,�stekkers,�kappen�en�montagehoeken�zijn�in�perfecte�toe-
stand
5.5 Reiniging
Een�extreme�vervuiling�van�de�optische�afdekking�van�de�sensoren�kan�
tot�de�uitschakeling�van�de�OSSD�uitgangen�leiden�Reinigen�met�een�
propere,�zachte�doek�zonder�druk�uit�te�oefenen
Het�gebruik�van�agressieve,�schurende�of�krassende�reinigingsmidde-
len,�die�het�oppervlak�kunnen�beschadigen,�is�niet�toegestaan
NL
SLC 220 IP 69 K
SLG 220 IP 69 K
11