Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ricoh Remote Communication Gate A2 Gebruiksaanwijzing pagina 53

Inhoudsopgave

Advertenties

Aangepaste eigenschappen
Gebruikers kunnen eigenschappen aanpassen. Voor meer informatie over het configureren van
aangepaste eigenschappen, zie Pag. 51 "Aangepaste eigenschappen instellen".
Geïnstalleerde applicatie
Hier kunt u de Applicatie, Versie en Product-ID controleren.
Firmware en platform
De gebruiker kan elke apparaatversie controleren.
Functies
U kunt de functies en de printertaal voor het apparaat controleren.
• Functies
U kunt de functies van het apparaat controleren, zoals de functies voor handmatige
papierinvoer, dubbelzijdig afdrukken en kaarten afdrukken.
• Printertaal
U kunt de opgegeven printertaal voor het apparaat controleren.
Aangepaste eigenschappen instellen
Aangepaste eigenschappen worden gebruikt om arbitraire informatie aan apparaten toe te voegen.
Informatie zoals het administratienummer en activanummer kan voor elk apparaat worden ingesteld.
1.
Klik op [Systeem] in het sectiegebied.
2.
In de categorie [Serverinstellingen] in de sectiestructuur klikt u op [Weergeven].
3.
Voer de itemnaam in die u voor de aangepaste eigenschappen wilt gebruiken.
U kunt de naam van elk item opgeven met gebruik van maximaal 255 alfanumerieke tekens en
maximaal 10 speciale eigenschappen creëren.
U kunt echter niet meerdere speciale eigenschappen met dezelfde naam creëren.
4.
Klik op
(Opslaan).
5.
Selecteer een apparaat uit de lijst.
6.
Klik in het eigenschappengebied op het tabblad [Optionele eigenschappen] en
vervolgens op het tabblad [Aangepaste eigenschappen].
7.
Dubbelklik op de rij [Waarde] en voer de unieke informatie in.
Gebruik 1 t/m 255 tekens.
8.
Klik op
(Opslaan) wanneer de instelling is geconfigureerd.
Apparaateigenschappen controleren
51

Advertenties

Inhoudsopgave

Probleemoplossen

loading

Inhoudsopgave