4. Apparaatlijst
Apparaateigenschappen controleren
De apparaateigenschappen die worden opgehaald door de RC Gate, worden hieronder beschreven.
Wanneer een apparaat wordt geselecteerd in de apparaatlijst, wordt de informatie die wordt
opgehaald via de vindfunctie of polling in het eigenschappengebied weergegeven.
• Sommige items worden niet weergegeven, afhankelijk van het apparaat.
Apparaateigenschappen weergeven
1.
Klik op de betreffende groep in de sectie [Apparaatlijst] om de betreffende apparaatlijst
weer te geven.
2.
Selecteer een apparaat in het lijstgebied.
3.
De informatie over het geselecteerde apparaat wordt weergegeven in de
[Apparaateigenschappen].
Controleer de apparaatinformatie en statussen door naar de volgende tabbladen te gaan:
• Algemene eigenschappen
• Statusdetails
• Tellerstanden
• Optionele eigenschappen
• @Remote-eigenschappen
• Toegangsaccounts
Belangrijkste eigenschappen
U kunt de algemene informatie controleren zoals de schermnaam, de modelnaam en het IP-adres,
samen met de registratiedatum, het serienummer en het MAC-adres.
• Weergavenaam
De naam van het apparaat wordt weergegeven. U kunt de weergavenaam in iedere gewenste
naam wijzigen.
• Apparaatadres
Nu verschijnt het adres dat de RC Gate gebruikt voor toegang tot het apparaat.
• Datum geregistreerd
De registratiedatum wordt weergegeven. Deze datum/tijd geeft aan wanneer de vindfunctie of
een apparaat handmatig wordt toegevoegd.
44