2.5
Instructies voor gebruik in zones met explosiegevaar
•
De gebruiker dient aan te geven in welke omstandigheden de belt tracker moet werken (bv. onder-
gronds, in zones met explosiegevaar enz.).
•
CEN-TRAX belt tracker voor gebruik in zones met explosiegevaar zijn voorzien van speciale rollen. Deze
rollen zijn aan de oranje gekleurde lagerhuizen te herkennen.
•
CEN-TRAX belt tracker die geschikt zijn voor gebruik in explosiegevaarlijke zones zijn voorzien van de
volgende typeplaatjes:
Eisen en uitgangspunten voor gebruik in explosiegevaarlijke zone EX I M2 en EX II 2D
• De CEN-TRAX belt trackers mogen alleen in combinatie met elektrisch geleidende transportbanden
(oppervlakteweerstand van de boven- en onderzijde van de band < 3.10
luchtvochtigheid, alsmede een doorgangsweerstand < 10
inlagen) worden gebruikt. Bij bandsnelheden > 5 m/s is het gebruik van mechanische bandverbinders
niet toegestaan.
• De belt tracker moet voorzien zijn van speciale rollen die goedgekeurd zijn voor het gebruik in
explosiegevaarlijke zones. Deze rollen zijn te herkennen aan de oranje gekleurde lagerhuizen.
•
De rollen moeten minimaal conform de in paragraaf 6.3 voorgeschreven intervallen worden gewisseld.
•
Max. oppervlaktetemperatuur +85
•
Temperatuurbereik -45
•
Stofkarakteristiek:
• ontstekingstemperatuur max. 128
• glimtemperatuur max. 160
• onstekingsenergie > 1mJ.
•
Max. toegestane bandsnelheid:
• type SK en SKO 3 m/s
• type S en SO 6 m/s.
•
De transportbandinstallatie moet geaard zijn.
•
De belt tracker moet via de transportbandconstructie met de aarde worden verbonden.
•
De installatie mag pas in bedrijf worden gesteld, als de gebruiker heeft vastgesteld dat de installatie
waarin de belt tracker is ingebouwd, voldoet aan de fundamentele eisen van de richtlijn.
•
Gebruik uitsluitend originele reservedelen.
www.tbkgroup.com
C.
o
C tot +40
C.
o
o
C
o
C
o
Montage- en bedieningshandleiding CEN-TRAX belt tracker type SKO en SO
Ω bij 23
8
Ω bij transportbanden met meerdere
9
C en 50% rel.
o
Pag 05