4.2.6
Zijdelen en tussenplaten monteren
1.
Schuif de zijdelen zijwaarts over de collectoren.
2.
Let erop, dat de zijdelen op het collectorframe aanlig-
gen en vastklikken.
3.
Bevestig de zijdelen met de meegeleverde klemmen
en schroeven nr. 2 op de daklatten.
4.
Schuif de verticale tussenplaat van onderen tussen de
collectoren tot deze vlak met de onderste collectorrand
afsluit.
–
Gebruik eventueel standaard smeermiddel om de
montage te vergemakkelijken.
–
Wanneer de montage van de tussenplaat van on-
deren niet mogelijk is (door dakkapellen enz.), buigt
u de tussenplaat onder voorzichtig open, schuift u
de plaat van boven tussen de collectoren en buigt
deze weer terug.
4.2.7
Nokplaat monteren (dakhelling: 15° tot 22°)
A
1.
Monteer de nokplaat als volgt:
Voorwaarde: 1 of 2 collectoren
▶
Schuif de betreffende nokplaat over de collector resp. de
beide collectoren.
▶
Let erop, dat de nokplaat boven de zijdelen ligt en in de
daarvoor bedoelde rails glijdt.
0020298425_00 auroTHERM Montagehandleiding
Voorwaarde: 3 collectoren
▶
▶
▶
1
▶
▶
▶
4.2.8
Voorwaarde: Horizontale collectoren
▶
Voorwaarde: Verticale collectoren
B
C
▶
1.
2.
Schuif de linker nokplaat over de beide linker collectoren.
Schuif de rechter nokplaat over de rechter collector.
Let erop, dat de nokplaten boven de zijdelen liggen en in
de daarvoor bedoelde rails glijden.
A
Boordoor de gaten in de rechter nokplaat gaten in de
onderliggende linker nokplaat.
Smeer de platen bij de overlappingen in met siliconen.
Klink de beide nokplaten aan elkaar vast.
Nokplaat monteren (dakhelling: 22° tot 75°)
Breng de steunplaten boven de collector aan.
–
Telkens één aan de buitenste rand (max. 150 mm
van de rand verwijderd)
–
Telkens in het midden van de collector (1066 mm van
de rand verwijderd)
Breng de steunplaten boven de collector aan.
–
Telkens één aan de buitenste rand (max. 150 mm
van de rand verwijderd)
–
telkens één per collectoraansluiting (midden)
Let erop, dat de steunplaten op de collectorframegroef
(1) aanliggen.
Bevestig de steunplaten met telkens twee schroeven
nr. 3 op de daklat.
C
B
1
1
13