9.4 Uitgangssignalen vastleggen
9.4.1 Uitgangsfuncties vastleggen
► [ou1] kiezen en schakelfunctie instellen:
- [Hno] = hysteresefunctie/maakcontact,
- [Hnc] = hysteresefunctie/verbreekcontact,
- [Fno] = vensterfunctie/maakcontact,
- [Fnc] = vensterfunctie/verbreekcontact�
- [OFF] = uitgang uit�
Parameter [OFF] is alleen beschikbaar in de bedrijfsmodus 3
([CMPT] = [3])
► [ou2] kiezen en schakelfunctie instellen:
- [Hno] = hysteresefunctie/maakcontact,
- [Hnc] = hysteresefunctie/verbreekcontact,
- [Fno] = vensterfunctie/maakcontact,
- [Fnc] = vensterfunctie/verbreekcontact�
- [I] = stroomsignaal 4���20 mA
- [U] = spanningssignaal 0���10 V
- [OFF] = uitgang uit�
Parameter [OFF] is alleen beschikbaar in de bedrijfsmodus 3
([CMPalT] = [3])
9.4.2 Schakelgrenzen vastleggen bij hysteresefunctie
► [ou1] / [ou2] moet als [Hno] of [Hnc] ingesteld zijn�
► [SPx] kiezen en waarde instellen, waarbij de uitgang schakelt�
► [rPx] kiezen en waarde instellen waarbij de uitgang terug schakelt�
rPx is altijd kleiner dan SPx� Er kunnen alleen waarden worden ingevoerd
die onder de waarde voor SPx liggen�
9.4.3 Schakelgrenzen vastleggen bij vensterfunctie
► [ou1] / [ou2] moet als [Fno] of [Fnc] ingesteld zijn�
► [FHx] kiezen en bovenste grenswaarde instellen�
► [FLx] kiezen en de onderste grenswaarde instellen�
FLx is altijd kleiner dan FHx� Er kunnen alleen waarden worden ingevoerd
die onder de waarde voor FHx liggen�
NL
19