9 AC- en DC-aansluiting
9.5 PE-aardkabel aansluiten
Potentiaalcompensatie
Aard de omvormer volgens de geldende voorschriften.
1. De aardleidingen in de aansluitkast invoeren.
2. De aardleidingen strippen.
3. De aardleidingen van kabelschoenen voorzien.
4. De aardleidingen volgens schakelschema op de aardaansluitingsrails en volgens de regels in
hoofdstuk 9.4 aansluiten.
9.6 Aansluiting van de DC-kabel
9.6.1 Vereisten
Kabels van de PV-module
• Uitsluitend koper- of aluminiumkabels gebruiken.
• Op elke zekeringsingang kunnen maximaal 2 DC-kabels worden aangesloten.
9.6.2 SMB-aansluitkit aansluiten
Levensgevaar door elektrische schok. De aan licht blootgestelde PV-modules staan
onder spanning.
Op de DC-ingang van de omvormer staan ook na vrijschakeling hoge spanningen, als de
DC-hoofdverdeler en DC-onderverdeler niet zijn vrijgeschakeld.
• Bij DC-hoofdverdelers: zekeringen in de DC-hoofdverdelers vrijschakelen en tegen
herinschakelen beveiligen.
• Bij DC-onderverdelers: zekeringen in de DC-onderverdelers vrijschakelen en tegen
herinschakelen beveiligen.
• Alle veiligheidsaanwijzingen van de moduleproducent opvolgen.
Voor aansluiting van de Sunny Main Box op de omvormer is de SMB-aansluitkit vereist. De
SMB-aansluitkit kan uitsluitend op een omvormer met DC-zekeringen worden aangesloten. De
verzamelrail van de SMB-aansluitkit verbindt 3 DC-aansluitingen van de omvormer, waardoor
4 DC-kabels kunnen worden aangesloten.
42
SCxxxHE-20-IA-INL111210
SMA Solar Technology AG
Installatiehandleiding