Vanuit het routeplan kunt u:
• langs de route navigeren door Volgen te selecteren
• de richting van de route wijzigen door Omgekeerd te selecteren
• een bestaand waypoint toevoegen aan de route door Waypoint toevoegen te selecteren
• de route-opties, zoals de naam en de kleur van de route wijzigen en de route verbergen of
verwijderen door de betreffende optie te selecteren in het popover-menu Route-opties.
Opmerking: Namen van routes kunnen bestaan uit iedere combinatie van letters, cijfers,
symbolen en speciale karakters en kunnen uit maximaal 16 karakters bestaan. De namen van
routes moeten uniek zijn.
Wanneer u een waypoint selecteert in het routeplan, kunt u het popover-menu gebruiken om:
• de positie van het waypoint in de route wijzigen door Verplaats omhoog of Verplaats omlaag te
selecteren.
• het waypoint te verwijderen uit de route door Verwijderen uit route te selecteren.
• het waypoint te verwijderen door Waypoint verwijderen te selecteren.
• de waypoint-gegevens bewerken door Waypoint bewerken te selecteren.
• de route te volgen vanaf de geselecteerde waypoints door Volgen vanaf hier te selecteren.
7.3 Tracks
Tracks worden gebruikt om vast te leggen waar u bent geweest. Tracks zijn opgebouwd uit
trackpunten die met gespecificeerde intervallen in tijd of afstand worden gemaakt.
U kunt tot 15 tracks opslaan op uw display, iedere track kan maximaal 10.000 punten bevatten.
Tracks kunnen worden omgezet in routes die kunnen worden gevolgd.
Tracks kunnen worden geïmporteerd naar en geëxporteerd vanaf uw display. Voor meer informatie,
zie:
p.84 — Gebruikersgegevens importeren en exporteren
82