6.1 Overzicht Home-venster
U kunt alle instellingen en apps openen vanuit het Home-venster.
1.
Gegevens positie/fix — laat de coördinaten van de huidige positie van uw schip zien. Selecteer
het gebied om de fix-nauwkeurigheid te bekijken en de positie-instellingen te openen.
2. Voedingsspanning — laat de voedingsspanning van het display zien. De spanningswaarde
wordt rood wanneer de huidige voedingsspanning lager is dan de waarde die is gespecificeerd
voor de alarminstelling Drempel lage spanning: Home-venster > Instellingen > Alarmen
> Drempel lage spanning.
3. Status-onderdeel — toont de systeemtijd, aftel-/teltimer en status van de sonarping. Selecteer
het onderdeel om de aftel-/teltimer, de tijdzone en de zomertijdinstelling te configureren.
4. App-paginapictogrammen — het Home-venster bevat 3 pages die elk tot 6
app-paginapictogrammen kunnen bevatten. Wanneer u een app-paginapictogram selecteert,
wordt de betreffende app-pagina geopend.Om een andere Home-vensterpagina te bekijken,
blijft u op de richtingsknoppen naar links of naar rechts drukken, totdat de Home-vensterpagina
verandert. U kunt bepalen welke Home-vensterpagina wordt weergegeven aan de hand van de
paginabalk, boven het Routes & tracks-pictogram.
5. Waypoints — selecteren om de Waypoints-lijst te bekijken.
6. Routes & tracks — selecteren om de Routes en tracks-lijsten te bekijken.
7.
Instellingen — selecteren om het Instellingen-menu van het display te bekijken.
Opmerking:
De combinatie van de geselecteerde activiteit en de selectie van de transducer in de
Opstart-wizard bepaalt de standaard app-paginapictogrammen die worden weergegeven op het
Home-venster.
68