6.3 Instellingen-menu
U kunt de instellingen van het display openen door het Instellingen-pictogram op het Home-venster
te selecteren.
De volgende instellingen en gegevens zijn beschikbaar voor uw display.
Tabblad
Instellingen
Aan de slag
• Hardware- en software-informatie over uw display.
• Display-software updaten.
• De taal van de gebruikersinterface wijzigen.
• Dealer-/demo-modus (simulatormodus) in-/uitschakelen.
• Een demotype selecteren.
• Demo-video in-/uitschakelen.
• De disclaimer van de gebruiksvoorwaarden bekijken.
Scheepsgege-
• De minimale veilige diepte, hoogte en breedte configureren.
vens
• Motoren configureren.
• Tanks configureren.
• Accu's configureren.
• Transducer selecteren
Eenheden
• Voorkeursmeeteenheden configureren.
• Datum- en tijdinstellingen configureren.
• Peilingmodus configureren.
• De systeemdatum configureren.
• Variatie configureren.
Dit display
• Schakelen tussen lichte en donkere kleurenpaletten voor de
• Een EV-1-koerssensor configureren.
• Gegevensbronnen selecteren.
• Diagnose: productinformatie van het display bekijken, productinformatie
• Koppelen met een Quantum™-radarscanner.
• Een reset naar de fabrieksinstellingen uitvoeren.
Alarmen
• Alarminstellingen configureren.
Importeren/ex-
• Gebruikersgegevens (waypoints, routes en tracks) importeren van of
porteren
• SD-kaart uitwerpen.
• Het display verbinden met een WiFi-toegangspunt.
WiFi
• Mobiele apparaten verbinden met het display.
• Quantum™-radar verbinden met het display via WiFi.
6.4 Alarmmeldingen
Alarmen worden gebruikt om u te waarschuwen voor een gevaar of situatie waarvoor uw aandacht
vereist is. Alarmen worden gegenereerd op basis van hun gespecificeerde drempelwaarden.
Alarmen hebben een kleurcodering waarmee de ernst wordt aangegeven:
72
gebruikersinterface.
voor verbonden producten bekijken, systeemlogbestanden opslaan/wissen.
exporteren naar een MicroSD-kaart.