Het apparaat installeren en configureren > Kabels aansluiten
2
3
Steek de kabel in de sleuf.
4
Plaats de klepjes één voor één vanaf de onderkant terug en let erop dat de kabels niet
worden afgeklemd.
5
Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de hub of de PC.
Schakel het apparaat in en configureer het netwerk.
Netwerkconfiguratie (pagina 2-36)
2-9