9
Storingen verhelpen
Respecteer alle veiligheidsbepalingen en waarschuwingen (zie hoofdstuk ‚Veiligheid').
X
X
9.1
Storingen verhelpen kookveldafzuiging
Probleem
De kookveldafzuiging kan niet
worden ingeschakeld.
De motor start niet.
Bij gebruik van de nieuwe
kookveldafzuiging ontstaan er
onaangename geuren.
Op het centrale display van de
bedieningsknop is een met de klok
meedraaiend segment te zien.
Display van de bedieningsknop
Display van de bedieningsknop
Display van de bedieningsknop
E 38 1
Display van de bedieningsknop
E 383
Display van de bedieningsknop
Display van de bedieningsknop
End
Display van de bedieningsknop
E 0 1 1
Display van de bedieningsknop
en
E 0 1 2
E 0 1 3
Display van de bedieningsknop
E 0 1 9
Het afzuigvermogen van de
kookveldafzuiging is niet meer zo
goed.
De afsluitklep is niet volledig
geopend/gesloten.
Tab. 9.1
Storingen verhelpen
www.bora.com
Oorzaak
De knopring ontbreekt.
De zekering of de zekeringsautomaat van de woning-
of huisinstallatie is defect.
De zekering of de zekeringsautomaat wordt
meermaals geactiveerd.
De stroomvoorziening is onderbroken.
De zwakstroomzekering in de aansluiting van de
koudapparaatstekker van de besturingseenheid is
defect.
De afsluitklep is niet correct geplaatst of is niet aanwezig. Positioneer de afsluitklep op de juiste manier.
Het vetfilter is niet correct geplaatst of is niet aanwezig. Positioneer het vetfilter op de juiste manier.
De motor is defect.
Dit is een normaal verschijnsel bij nieuwe apparaten. De geuren verdwijnen na enkele bedrijfsuren.
Nadat de knopring erop werd gezet, bevindt deze
zich niet in de 0-stand.
De kinderbeveiliging is ingeschakeld.
L
De bedieningsknop blijft ingedrukt (8 s) of is
/
verontreinigd.
Home In-contact is onderbroken.
Home In-contact is onderbroken.
De gebruiksduur van het actievekoolfilter is
F
verstreken.
Iets blokkeert de afsluitklep.
De afsluitklep is niet volledig in de geleiding
vastgeklikt.
De eindschakelaar is defect of verschoven.
De stroom valt uit bij het openen of sluiten van de
afsluitklep.
Het vetfilter is niet correct geplaatst of niet aanwezig. Positioneer het vetfilter op de juiste manier.
Filtersensor is defect.
de afsluitklep is niet correct geplaatst of niet aanwezig. Positioneer de afsluitklep op de juiste manier.
De afsluitklepsensor is defect.
Verwerkingsfout aanraakvlak.
Het roestvrijstalen vetfilter is sterk verontreinigd.
Het actievekoolfilter is sterk verontreinigd (alleen bij
gebruik met recirculatie).
Er bevindt zich een voorwerp in de
luchtgeleidingsbehuizing (bijv. een poetsdoek).
De motor is defect of er is een kanaalverbinding
losgekomen.
De beweging wordt onderbroken door een
stroomonderbreking.
Storingen verhelpen
Oplossing
Bevestig de knopring op de bedieningsknop.
Vervang de zekering.
Schakel de zekeringsautomaat opnieuw in.
Neem contact op met de klantenservice van
BORA.
Laat de stroomvoorziening door een vakman
controleren.
Vervang de zekering (type: T 3,15A/250V).
Neem contact op met de klantenservice van BORA.
Draai de bedieningsknop tot in de ‚12 uur'-positie
(= nulpositie).
Schakel de kinderbeveiliging uit (zie hoofdstuk
‚Bediening').
Maak de bedieningsknop los en reinig hem.
Controleer de kabel of brug van het Home In-
contact.
Bij gebruik met luchtafvoer wordt bijvoorbeeld het
venster geopend.
Vervang het actievekoolfilter en reinig eventueel
het rvs-vetfilter. Reset ook de filtertimer (zie
hoofdstuk ‚Reiniging' en ‚Bediening').
Verwijder het voorwerp.
Druk de afsluitklep langs boven aan de smalle
zijden lichtjes aan tot hij hoorbaar vastklikt.
Neem contact op met de klantenservice van BORA.
Draai de bedieningsknop in de nulpositie,
bevestig door de knop aan te raken. De
afsluitklep zal zich nu weer sluiten.
Neem contact op met de klantenservice van BORA.
Neem contact op met de klantenservice van BORA.
Draai de bedieningsknop in de nulpositie.
Neem contact op met de klantenservice van BORA.
Reinig of vervang het roestvrijstalen vetfilter.
Vervang het actievekoolfilter.
Verwijder het voorwerp.
Neem contact op met de klantenservice van
BORA.
Breng de afsluitklep met de hand in de
eindpositie (zie hoofdstuk ‚Montage', tab. 6.13).
NL
41