AUTOGEEN APPARAT
BEDIENINGSHANDLEIDING
4.
Verbindingen en aansluitdelen
Voor een ingebruikname moet de autogeen brander op een geschikte zuurstofen gasvoorziening worden aangesloten.
Uitgangspunt daarvoor is de EN 560. Alle verbindingsonderdelen moeten voor elk gebruik op gasdichtheid worden gecontroleerd.
Pas bij gasdichtheid mag de eigenlijke ingebruikname van de brander met vlamontsteking plaatsvinden.
5.
Markering
5.1
Verklaring van de markering
Injectormenger met zuigende werking
GASSOORT
Zuurstof
Acetyleen
Propaan
5.2
Greep HESA type SL/56
Gasmarke-
ringskleur
Naam van het
gedeponeerde handelsmerk
AANDUIDING
O
A
P
Achterzijde: EN ISO 5172
Markering van de gassoort
MARKERINGSKLEUR
blauw
groen (USA)
rood
rood
Rev. 04/2023-07-20
Pagina 7 van 16