AUTOGEEN APPARAT
BEDIENINGSHANDLEIDING
7.
Inbedrijfname
7.1
Voorbereidingen
(1) Controleer, of alle schroefdraadaansluitingen schoon en onbeschadigd zijn.
Houd alle onderdelen die met zuurstof in aanraking komen vrij van olie en vet! Explosiegevaar!
(2) De slangen
((3)
en (8)) moeten conform EN ISO 3821 op de branderingang ((10)) resp. op de drukregelaaruitgang
resp. de afnamebeveiliging
gebruikt.
Het aansluitschroefdraad is landspecifiek.
Bij gebruik van de slangkoppelingen moeten deze aan de EN 561 voldoen!
(3) Bij de gasafname is gebruik van beveiligingsinrichtingen conform EN ISO 5175-1 en EN ISO 5175-2 voorgeschreven. Geadviseerd
wordt, deze bovendien ook voor de beveiliging van de zuurstofafname uit te voeren.
(4) De keuze van het geschikte branderinzetelement ((11)) voor de greep HESA type SL/56 ((10)) moet passend bij de uit te voeren
werkzaamheden zoals verwarmen, richten, snijbranden of voorverwarmen volgens de Thermit
Bij de montage van het branderinzetelement op de greep moet worden gelet op schone, onbeschadigde onderdelen en
afdichtingen. De aansluitmoer van het branderinzetelement ((11)) moet handvast worden aangedraaid. Eventueel kan een
sleutel worden gebruikt.
7.2
Opwarmen/voorverwarmen, richten
7.2.1
Instellen van de bedrijfsdrukwaarden
Zuurstof en gasventiel op de greep HESA type SL/56 ((10)) moeten in eerste instantie gesloten blijven. De cilinderventielen moeten
langzaam worden geopend, waarbij de stelschroeven aan de drukregelaars
bedrijfsdrukwaarden bij de beide drukregelaars
bereiken van de volgens de werkinstructie aangegeven bedrijfsdrukwaarden of tot de op de branderinzetelementen vermelde
waarde is bereikt. De bedrijfsdrukwaarden moeten bij brandende vlam worden nageregeld.
7.2.2
Ontsteken en instellen van de vlam van de brander
Op de greep HESA type SL/56 ((10)) eerst het instelventiel voor zuurstof volledig openen, dan het instelventiel voor gas op de greep
HESA type SL/56 ((10)) gedeeltelijk openen. Uitstromen gasmengsel direct ontsteken. Daarna eventueel de bedrijfsdrukken via de
stelschroeven van de drukregelaar bijregelen. De voor de laswerkzaamheden benodigde neutrale vlam wordt ingesteld met het
gasventiel. Eerst moet een gasoverschot worden ingesteld. Vervolgens het gas smoren tot de langste, scherp begrensde vlamkegel
ontstaat.
7.3
Snijbranden/uitgutsen
7.3.1
Voorbereiding
Het betreffende mondstuk moet passend bij de uit te voeren werkzaamheden worden gekozen en in de branderkop van het
snijbrandinzetelement ((11)) gasdicht worden vastgeschroefd. Gebruik alleen schone en onbeschadigde HESA-mondstukken! Let
erop dat de afdichtingsvlakken van de mondstukken en de branderkop in optimale conditie verkeren. Eventueel geleidewagen op
de branderkop bevestigen en daarbij de mondstukafstand tot het werkstukoppervlak instellen.
((2)
of (7)) worden aangesloten. Er mogen alleen slangen en wartelmoeren conform EN 560 worden
((1)
en (5)) worden ingesteld door indraaien van de betreffende stelschroef tot het
-lasmethode plaatsvinden.
®
((1)
en (5)) ontspannen moeten zijn. Nu moeten de
((1)
of (5))
Rev. 04/2023-07-20
Pagina 11 van 16