Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Verifica Dell'aspirazione; Service En Reparatie; Reparatiewerkplaats; Reserveonderdelen - GOLDSCHMIDT 55-502 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

AUTOGEEN APPARAT
BEDIENINGSHANDLEIDING
9.3

Verifica dell'aspirazione

De aanzuigtest moet bij elke ingebruikname worden uitgevoerd.
Het uitgangsventiel op de drukregelaar ((5)) voor gas sluiten. Nu de gasslang ((8)) op de greep HESA type SL/56 ((10)) afschroeven.
Nu het instelventiel voor zuurstof en het instelventiel voor gas openen. Nu stroomt zuurstof uit het brandermondstuk. De
vingertop op de aansluitingen voor het gas van de greep HESA type SL/56 ((10)) houden. Bij een aanzuigende werking wordt
merkbaar de vingertop vastgezogen. Wanneer geen zuigende werking wordt geconstateerd, mag het branderinzetelement niet in
gebruik worden genomen en moet deze in een geautoriseerde werkplaats worden gecontroleerd/gerepareerd.
10.

Service en reparatie

10.1

Reparatiewerkplaats

Reparaties mogen alleen door deskundige personen en geautoriseerde reparatiewerkplaatsen worden uitgevoerd.
10.2

Reserveonderdelen

Alleen originele onderdelen garanderen een optimale functie en veiligheid. Gemengd gebruik van HESA-productenmet producten
van andere leveranciers is niet toegestaan. Reserve-onderdelenlijsten kunnen indien gewenst worden opgevraagd.
10.3

Monoblock-ventielen

De ingebouwde monoblock-ventielen zijn van hetzelfde model en onderhoudsvrij. Beschadigde of lekkende ventielen moeten
worden vervangen. Hiervoor moeten de ventielen in geopende toestand worden uitgeschroefd. Na het schoonmaken van de
afdichtingsoppervlakken een nieuw monoblock-ventiel met geplaatste O-ring inschroeven en krachtig aantrekken (draaimoment
circa 40 Nm).
Zuurstof = blauw
Gas = rood
Belangrijk: plaats het juiste schild voor de gasidentificatie in dehandwieluitsparing!
10.4

Controle

Na de reparatie moet de brander compleet worden getest (zie EN ISO 5172).
11.

Afvoeren/recycling

Dit hoofdstuk bevat alle informatie die nodig is voor het correct afvoeren van alle componenten van de autogeen brander.
Let op een milieuvriendelijke afvoer van de autogeen brander en de componenten daarvan.
Aan het einde van de levensduur van de autogeen brander moet de exploitant zorg dragen voor de afvoer conform de geldende
voorschriften voor elk component.
Rev. 04/2023-07-20
Pagina 14 van 16

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave