5
4
3
2
1
Functieknoppen
1 Start/stopknop
Druk op deze knop om de machine te starten. De machine start langzaam met de
eerste paar steken. Daarna naait de machine op de snelheid die is ingesteld met
de snelheidsregeling.
De knop is rood wanneer de machine naait.
De knop is groen wanneer de machine is gestopt.
N.B.
• U kunt de start/stopknop niet gebruiken wanneer het voetpedaal op de
machine is aangesloten.
• Als u de machine start met de persvoet in de bovenstand (normale hoge stand
of extra hoge stand), wordt op het LCD-scherm aangegeven dat u de voet
omlaag moet zetten.
(Zie pagina 11 voor de stand van de persvoethendel.)
2 Achteruitknop
Wanneer u steek D1, D2, 8, 9 Mode 1, D01, D02, 08, 09 Mode 2 en 01 of 02
Mode 3 selecteert, naait de machine achteruit zolang u de achteruitknop
ingedrukt houdt.
Wanneer u op de achteruitknop drukt bij het naaien van een ander patroon, naait
de machine direct afhechtsteken en stopt vervolgens automatisch.
3 Automatische afhechtingsknop
Wanneer u steek D1, D2, 8, 9 Mode 1, D01, D02, 08, 09 Mode 2 of 01, 02 Mode
3 selecteert, naait de machine direct afhechtsteken en stopt vervolgens
automatisch wanneer u op de automatische afhechtingsknop drukt. Wanneer u
een ander patroon naait, naait de machine afhechtsteken aan het einde van het
huidige patroon en stopt vervolgens automatisch.
4 Naald omhoog/omlaag knop
Wanneer u op deze knop drukt, zet u de naald omhoog of omlaag. De machine
stopt met de naald in de beneden- of bovenstand, afhankelijk van de
naaldpositie die met deze knop is bepaald.
Het lampje voor de naaldstand gaat branden wanneer de naald in de
benedenstand staat.
5 Lampje voor naald omhoog/omlaag stand
N.B.
De naald stopt altijd in de bovenstand na het naaien van knoopsgaten,
bartacks, gaatjes en stopwerk.
Wanneer u op de naald omhoog/omlaag knop drukt met de persvoet in de extra
hoge stand, wordt op het LCD-scherm aangegeven dat u de voet omlaag moet
zetten.
7