Inhoudsopgave
Advertenties
2
1
3
VERVORMDE
STRETCHSTEEKPATRONEN
CORRIGEREN
De naairesultaten van steekpatronen kunnen variëren
naar gelang de naaisituatie, zoals naaisnelheid, soort
stof, aantal lagen, enzovoort.
Naai altijd een proefstukje op een lapje van de stof die u
wilt gebruiken.
Als stretchsteekpatronen, letters, cijfers of de
automatische knoopsgatsteek zijn vervormd, corrigeert
u dit met de invoerbalansknop.
1 Invoerbalansknop
2 Neutrale stand
3 Instellingsmarkering
Stretchsteekpatroon
Voorbeeld: patroon 33 (Mode 2)
Als het patroon is samengedrukt, draait u de
invoerbalansknop richting "+".
Als het patroon is uitgerekt, draait u de
invoerbalansknop richting "–".
Letters en cijfers
Voorbeeld: patroon 08 (monogram)
Als het patroon is samengedrukt, draait u de
invoerbalansknop richting "+".
Als het patroon is uitgerekt, draait u de
invoerbalansknop richting "–".
Steekbalans van het automatische knoopsgat
Voorbeeld: patroon 15 (Mode 3)
De steekbalans van de rechter- en linkerrij van een
automatisch knoopsgat kan verschillen, afhankelijk van
de naaisituatie.
Als de rechterrij dichter is, draait u de knop richting "+".
Als de linkerrij dichter is, draait u de knop richting "–".
N.B.
Zet de invoerbalansknop terug in de neutrale positie
wanneer u klaar bent met naaien.
8 6
Advertenties
Inhoudsopgave
