4
Servicemenu
Overzicht servicemenu pagina 22.
▶ Druk de toets menu in als de standaardweergave actief is en houd
deze gedurende circa drie seconden ingedrukt, tot het menu
Servicemenu wordt getoond.
▶ Verdraai de keuzetoets om een menupunt te kiezen.
▶ Druk op de keuzetoets om het gekozen menupunt te openen,
het invoerveld voor een instelling te activeren of een instelling te
bevestigen.
▶ Druk de toets d in om de actuele instelling te annuleren of het
actuele menupunt te verlaten.
De fabrieksinstellingen zijn geaccentueerd weergegeven.
4.1
Instellingen voor de warmtepomp
4.1.1
Menu: Warmtepomp
In dit menu worden de warmtepompspecifieke instellingen uitgevoerd.
Deze instellingen zijn alleen beschikbaar, wanneer de installatie overeen-
komstig is opgebouwd en geconfigureerd en wanneer het gebruikte toe-
steltype de betreffende instellingen ondersteunt.
Menupunt
Regelbereik: functiebeschrijving
Aan/uit-hysterese
De warmtepomp wisselt tussen [aan] en [uit] overeen-
alleen beschikbaar
komstig de ingestelde hysterese. De hysterese geeft aan,
voor bepaalde AW
met hoeveel graden en hoe lang de werkelijke waarde over
Split warmtepom-
of onder de grenswaarde moet liggen, tot de omschakeling
pen.
plaatsvindt. Het bereik en de vooringestelde waarden zijn
verschillend afhankelijk van het model warmtepomp.
[Aan/uit-hysteresis in verw. bedrijf instellen.]:
50...1500 K x min
De warmtepomp start wanneer de aanvoertemperatuur
onder de ingestelde aanvoertemperatuur afneemt met de
ingestelde waarde. De warmtepomp stopt wanneer de
aanvoertemperatuur boven de ingestelde aanvoertempe-
ratuur toeneemt met de ingestelde waarde.
[Aan/uit-hysteresis in koelbedrijf instellen.]:
50...1500 K x min
De warmtepomp stopt wanneer de aanvoertemperatuur
onder de ingestelde aanvoertemperatuur afneemt met de
ingestelde waarde. De warmtepomp start wanneer de aan-
voertemperatuur boven de ingestelde aanvoertempera-
tuur toeneemt met de ingestelde waarde.
[Aan/uit-hysteresis in zwembadbedrijf instellen.]:
50...1500 K x min
De warmtepomp stopt wanneer de aanvoertemperatuur
onder de ingestelde aanvoertemperatuur afneemt met de
ingestelde waarde. De warmtepomp start wanneer de aan-
voertemperatuur boven de ingestelde aanvoertempera-
tuur toeneemt met de ingestelde waarde.
Standalone bedrijf
[Ja]: geen warmtepomp geïnstalleerd. Verwarming en
Dit menu wordt al-
warmwatervoorziening worden uitsluitend door de bijver-
leen getoond, wan-
warming/binnenunit verzorgt.
neer er geen CAN-
[Nee]: normaal bedrijf. Verwarming en warmwatervoorzie-
BUS verbinding is
ning worden uitsluitend door de warmtepomp en de bijver-
met de buitenunit.
warming/binnenunit verzorgt.
Pompen
Voer in dit menu de pompinstellingen uit
( hoofdstuk 4.1.2).
Externe aansluitin-
Voer, indien aanwezig, in dit menu de instellingen voor
gen
externe aansluitingen uit ( hoofdstuk 4.1.3).
Zekeringgrootte
Stel, wanneer na de inbedrijfname veranderingen nodig
zijn, de grootte van de hoofdzekering in.
HMC310 • 6721824124 (2021/09)
Menupunt
Regelbereik: functiebeschrijving
Handmatig ont-
[Ja]: de warmtepomp gaat geforceerd de verdamper ont-
dooien
dooien.
Smart grid
Voer, indien aanwezig, hier de Smart Grid-instellingen uit
( hoofdstuk 4.1.4).
Fotovoltaïsche in-
Voer, indien geactiveerd in [Externe aansluitingen], de instel-
stallatie
lingen voor het zonnesysteem uit ( hoofdstuk 4.1.5).
Constante temp.
Gebruik deze instelling, wanneer een buffervat met geïnte-
greerde warmwatervoorziening is geïnstalleerd. De warm-
tepomp verwarmt het boilerwater onafhankelijk van de
buitentemperatuur tot een vastgestelde temperatuur. Alle
cv-groepen moeten via mengkleppen worden geregeld.
Algemene storings-
[Alle storingen en meldingen]: alle aanwezige storingen en
melding
meldingen worden getoond.
[Alleen stor.]: alleen aanwezige storingen worden getoond.
Stiller gebruik
[Stil bedrijf aan]
• [Nee]: de warmtepomp zal altijd werken in normaal be-
drijf.
• [Auto]: de warmtepomp werkt in geluidsarm bedrijf ge-
durende de ingestelde tijdsperiode.
• [aan]: de warmtepomp werkt altijd in geluidsarm be-
drijf.
Wanneer [Auto] is geactiveerd, werkt de warmtepomp ge-
durende de ingestelde periode stiller.
• [Geluidsarm bedr. van]: starttijd instellen voor geluids-
arm bedrijf.
• [Stil gebruik tot]: stoptijd instellen voor geluidsarm be-
drijf.
• [Min. buitentemp.]: onder deze buitentemperatuur
schakelt de warmtepomp over naar normaal bedrijf.
Tabel 2 Instellingen voor de warmtepomp
4.1.2
Menu: Pompen
In dit menu worden de circulatiepompspecifieke instellingen uitgevoerd.
Deze instellingen zijn alleen beschikbaar, wanneer de installatie overeen-
komstig is opgebouwd en geconfigureerd en wanneer het gebruikte toe-
steltype de betreffende instellingen ondersteunt.
Menupunt
Regelbereik: functiebeschrijving
Bedr.mod. prim.
[Automatisch]: de primaire cv-pomp is actief, zodra een
cv-pomp
warmtebron actief is. Wanneer alle warmtebronnen zijn
uitgeschakeld, is de cv-pomp ook uitgeschakeld.
[aan]: de primaire cv-pomp is continue in gebruik.
Temp.vers. TC3/
3...7...10 K: stel het toegestane temperatuurverschil in
TC0 verw
tussen aanvoer en retour van de warmtepomp in cv-bedrijf.
Temp.vers. TC3/
2...3...10 K: stel het toegestane temperatuurverschil in
TC0 koel.
tussen aanvoer en retour van de warmtepomp in cv-bedrijf.
Tabel 3 Instellingen in menu voor de warmtepompgegevens
Servicemenu | 4
7