3.2
Inbedrijfname van het systeem, configuratie-assistent
De configuratieassistent herkent automatisch, welke BUS-deelnemers in
de installatie zijn geïnstalleerd. De configuratieassistent past het menu
en de voorinstellingen daarop aan.
De systeemanalyse kan tot een minuut duren.
Na de systeemanalyse door de configuratieassistent wordt het menu
Ingebruikname geopend. Controleer hier de submenu's en instellingen,
pas deze eventueel aan en bevestig deze vervolgens.
Wanneer de systeemanalyse werd overgeslagen, wordt het menu
Ingebruikname direct geopend. Pas de hier genoemde submenu's en
instellingen zorgvuldig aan op de geïnstalleerde installatie. Bevestig als
afsluiting de instellingen.
Menupunt
Regelbereik: functiebeschrijving
Landinformatie
Stel het land in en bevestigen.
Buffervat
Kies [Ja] wanneer een buffervat is geïnstalleerd. Kies
anders [Nee] en bevestig dit.
Configuratieassistent starten
[Ja] | [Nee]: controleer voor de start van de configu-
ratieassistent:
• dat alle aangesloten modules geïnstalleerd en ge-
adresseerd zijn.
• dat een buitentemperatuursensor is geïnstalleerd.
Min. buiten-
Dimensioneringstemperatuur van de installatie (bui-
temp.
tentemperatuur) bepalen. Deze waarde komt over-
een met de laagste gemiddelde buitentemperatuur in
de betreffende klimaatregio. De instelling komt over-
een met het punt, waarop de warmtebron de hoogste
aanvoertemperatuur bereikt, en heeft dus invloed op
de steilheid van de stooklijn.
VC0 ventiel aan-
Stel dit in wanneer een 3-wegklep tussen buffervat
gesloten
en warmtepomp/binnenunit is geïnstalleerd.
Extra warmtebr.
[Nt geïnstalleerd]
kiezen
[Elektrische bijverwarming serieel]: deze keuze be-
treft een geïntegreerde elektrische verwarming.
[Bijverw. met menger excl.]: deze keuze betreft een
externe bijverwarming, die alleen werkt, wanneer de
warmtepomp uit is.
[Bijverw. met menger parallel]: deze keuze betreft
een externe bijverwarming, die parallel met de
warmtepomp mag werken.
[Hybride]: deze keuze betreft een externe bijverwar-
ming, die afhankelijk van de energieprijzen in plaats
van de warmtepomp mag werken.
Aansl. bijverw.
[230V]: de externe bijverwarming wordt geregeld
met meng.
via een aan/uit-signaal.
[0-10 V] De externe bijverwarming wordt geregeld
door de warmtevraag.
CV-groep 1 geïn-
[Op de warmtebron]: cv-groep 1 is direct op de
stall.
warmtepomp/binnenunit aangesloten.
[Op module]: cv-groep 1 is elektrische op de cv-
groepmodule aangesloten. Buffervat is nodig.
HMC310 • 6721824124 (2021/09)
Menupunt
Regelbereik: functiebeschrijving
Config. HK1 aan
[Geen cv1 op warmtebron]: op de warmtebron is
WP
geen cv-groep aangesloten.
[Geen eigen cv-pomp]: cv-groep 1 is direct op de
warmtepomp/binnenunit aangesloten zonder cv-
pomp.
[Via pomp PC1]: cv-groep 1 is direct op de warmte-
pomp/binnenunit aangesloten en uitgerust met een
cv-pomp.
Voorrang cv-
Kies [Ja], wanneer cv-groep 1 de warmtetoevoer
groep 1
naar andere cv-groepen begrenst. Kies anders [Nee]
en bevestig dit.
Menger cv-groep
[Ja] | [Nee]: instelling, of cv-groep 1 een gemengde
1
cv-groep is.
Verwar-
0 ... 600 s: instelling van de duur die de mengklep in
mingsysteem cv
cv-groep 1 nodig heeft, om van één aanslag tot de an-
1
dere te draaien.
Vewarmingssy-
[Radiator] | [Convector] | [Vloerverw]: instellen van
steem cv 1
het soort warmteafgifte in de gekozen cv-groep.
Regeltype cv-
[Buitentemperatuur geregeld]: de weersafhankelijk
groep 1
geregelde aanvoertemperatuur wordt overeenkom-
stig de waarden van de buitentemperatuursensor ge-
regeld.
[Buitentemperatuur met voetpunt]: weersafhanke-
lijke regeling met inachtneming van een voetpunt.
Afstandsbed.
[Geen] | [RC100 (ModuLine 1010)] | [RC100H (Mo-
cv-groep 1
duLine 1010H)]: keuze van de bij de cv-groep beho-
rende kamerthermostaat. [TC100 (Nefit Easy/
EasyControl)] is niet in gebruik.
[Verwarmingsgroep 2 ... 4]: zie [CV-groep 1 geïnstall.], echter kan al-
leen de het eerste cv-groep direct op de warmtebron worden aangeslo-
ten. Alle volgende cv-groepen moeten via regelkleppen worden
aangesloten.
Warmwater in-
[Nee]: geen warmwatersysteem geactiveerd.
stall.
[Wrmtep]: een warmwatersysteem is geactiveerd en
direct aangesloten op de warmtepomp via de geïnte-
greerde boiler of extern, via een 3-wegklep.
[Vrs.wat]: er is een verswaterstation aangesloten.
Circ. pomp geïn-
[Nee] | [Ja ]: instelling of in het warmwatersysteem
stalleerd
een circulatiepomp is geïnstalleerd die wordt gere-
geld door de bedieningsunit. Dit menu wordt niet ge-
toond wanneer geen verswaterstation is
geïnstalleerd.
Grootte verswa-
[15/20 l/min] | [27 l/min] | [40 l/min]: instelling die
terstation
de grootte van het verswaterstation specificeert.
Verswaterstati-
[Nee]: geen ander verswaterstation is aangesloten.
on 2...Verswa-
[MS100]: een uitbreidingsverswaterstation is aan-
terstation 4
gesloten.
Verswaterconfi-
Instelling die de configuratie van de verswaterinstal-
guratie verande-
latie specificeert. Controleer en bevestig dat dit
ren
overeenkomt met het geïnstalleerde systeem.
Ventilatie geïn-
[Nee] | [Ja ]: instelling of een ventilatiesysteem is geïn-
stalleerd
stalleerd die wordt geregeld door de bedieningsunit.
Inbedrijfname | 3
5