4 | Servicemenu
Menupunt
Instelbereik
Mengmodule
[Ja]: de gekozen cv-groep heeft een mengklep.
[Nee]: de gekozen cv-groep heeft geen mengklep.
Mengerlooptijd
[10 ...120 ... 600] s: looptijd van de mengklep in de geko-
zen cv-groep.
Zichtb. in
[Ja]: de geselecteerde cv-groep is zichtbaar in de stan-
stan.weerg.
daardweergave.
[Nee]: de geselecteerde cv-groep is niet zichtbaar in de
standaardweergave.
Herk. lage
[Aan]: de laag debietdetectie is geactiveerd voor de gese-
vol.stroom
lecteerde cv-groep.
[Uit]: de laag debietdetectie is gedeactiveerd voor de ge-
selecteerde cv-groep.
1) Dit menu wordt alleen getoond wanneer automatisch bedrijf (tijdschakeling)
wordt gebruikt
2) Dit menu wordt alleen getoond als een kamerthermostaat met geïntegreerde
vochtsensor is geïnstalleerd
Tabel 13 Controleer de instellingen in het menu cv-groep 1 ... 4
Cv-installlatie en stooklijnen voor de weersafhankelijke regeling
instellen
▶ Verwarmingstype (radiator, convector of vloerverwarming) in menu
Verwarmen/koelen instellen > Verwarmingsgroep 1... 4 >
Vewarmingssysteem cv 1 instellen.
▶ Soort regeling (weersafhankelijk of weersafhankelijk met voetpunt)
in menu Regeltype cv-groep 1 instellen.
Menupunten die niet nodig zijn voor de gekozen cv-installatie en het
gekozen type regeling worden onderdrukt. De instellingen gelden al-
leen voor het eventueel geselecteerde cv-circuit.
Menu voor instelling van de stooklijn
Menupunt
Instelbereik
Ontwerptempera-
30 ... 75 ...85 °C
tuur
(radiator/convector)/
of
30 ... 45 ...85 °C
(vloerverwarming):
Eindpunt
De ontwerptemperatuur is alleen bij weersafhankelijke re-
geling zonder voetpunt beschikbaar. De ontwerptempera-
tuur is de aanvoertemperatuur, die bij de minimale
buitentemperatuur wordt bereikt en heeft invloed op de
steilheid/hoek van de stooklijn.
Het eindpunt is alleen beschikbaar bij weersafhankelijke
regeling met voetpunt. Het eindpunt is de aanvoertempe-
ratuur, die bij de minimale buitentemperatuur wordt be-
reikt en heeft invloed op de steilheid/hoek van de stooklijn.
Wanneer het voetpunt boven 30°C is ingesteld, is het voet-
punt de minimale waarde.
Voetpunt
Bijvoorbeeld 20... 25 °C ... Eindpunt: het voetpunt van de
stooklijn is alleen beschikbaar bij weersafhankelijke rege-
ling met eenvoudige stooklijn.
Max. aanvoertem-
30 ... 75 ...85 °C
peratuur
(radiator/convector)/
30 ... 48 ...60 °C
(vloerverwarming):
Instelling van de maximale aanvoertemperatuur die aan de
aanvoertemperatuursensor T0 mag worden gemeten.
12
Menupunt
Instelbereik
Zonne-invloed
– 5 ... – 1 K: een weersafhankelijke regeling kan door de
zonnestralen binnen bepaalde grenzen worden beïnvloed
(zonneopbrengst vermindert het benodigde warmtever-
mogen).
Uit: met zonne-instraling wordt bij de regeling geen reke-
ning gehouden.
Kamerinvloed
Uit: weersafhankelijke regeling werkt onafhankelijk van de
kamertemperatuur.
1 ... 10 K: afwijkingen van de kamertemperatuur in de inge-
stelde mate worden door parallelverschuiving van de
stooklijn gecompenseerd (alleen beschikbaar, wanneer
een kamerthermostaat of een kamertemperatuursensor in
een geschikte referentieruimte is geïnstalleerd). Des te ho-
ger de instelwaarde is, des te groter is de invloed van de ka-
mertemperatuurafwijking en de maximaal mogelijke
invloed van de kamertemperatuur op de stooklijn.
Offset ruimtetem-
– 10 ... 0 ... 10 K: parallelverschuiving van de stooklijn
peratuur
(bijvoorbeeld wanneer de met een thermometer gemeten
kamertemperatuur van de ingestelde gewenste waarde
afwijkt)
Tabel 14 Menu stooklijn instellen
HMC310 • 6721824124 (2021/09)