6.5
Beveiliging
Bij zeer intensief gebruik, met langdurige en herhaalde belichtingen, grijpt een thermische
beveiliging automatisch in. Er wordt een geluidssignaal gegeven (3 pieptonen). De activering
van de thermische beveiliging verhindert tijdelijk het gebruik van de lamp gedurende enkele
minuten.
6.6
Laadstation - Gele LED Battery Brandt
De gele LED battery (check) van het laadstation geeft het volgende aan:
1.
Storing batterij (zie
2.
Contacten van het laadstation in kortsluiting.
In het tweede geval gaat u als volgt te werk om de correcte werking van het laadstation te
resetten:
1.
Verwijder de elektrische voeding van het laadstation. Alle LED's gaan uit;
2.
Verwijder de oorzaak van de kortsluiting;
3.
Voed het laadstation opnieuw - Groene LED power brandt.
7
REINIGING, DESINFECTIE EN STERILISATIE
7.1
Reiniging en Desinfectie van het Oppervlak van het
Laadstation
! GEVAAR: Schakel het laadstation uit.
Koppel het laadstation voor het reinigen los van het stopcontact.
! GEVAAR: De behuizing van het laadstation is niet beschermd tegen het
binnendringen van vloeistoffen.
! GEVAAR: Het laadstation is niet steriliseerbaar.
! GEVAAR: Wijzig tijdens het reinigen de elektrische contacten van het laadstation niet
(Afbeelding 5 op pagina 10 - Ref. B).
! GEVAAR: Spuit geen vloeistoffen rechtstreeks op het oppervlak en op de elektrische
contacten van het laadstation.
Voer na elke behandeling de volgende handelingen uit:
1.
Haal het handstuk uit het laadstation.
2.
Reinig het oppervlak van het laadstation met een schone, zachte en pluisarme doek,
gedrenkt in een reinigingsoplossing (pH 6-9) en desinfecteer indien nodig met een
niet-agressieve desinfecterende oplossing met neutrale pH (pH 7), bereid volgens de
instructies van de fabrikant van de oplossing.
OPGELET: Desinfecterende oplossingen op waterbasis, met een neutrale pH, worden sterk
aanbevolen. Sommige desinfecterende oplossingen op alcoholbasis kunnen schadelijk zijn en
de kunststof materialen beschadigen. Gebruik de volgende desinfectiemiddelen niet:
REINIGING, DESINFECTIE EN STERILISATIE
Hoofdstuk 5.4 op pagina 14);
19