Automatische gevoeligheid (A)
Gebruik A OPNAME-INSTELLINGEN > ISO AUTOM.INSTELLING.
om de basisgevoeligheid, maximale gevoeligheid en minimale
sluitertijd voor de A-positie op de gevoeligheidsschijf te kiezen.
Instellingen voor AUTO1, AUTO2 en AUTO3 kunnen afzonderlijk
worden opgeslagen; de standaardinstellingen worden hieron-
der getoond.
Item
Item
BASISINSTEL. GEVOELIGHEID
MAX. GEVOELIGHEID
MIN. SLUITERSNELH
De camera kiest automatisch een gevoeligheid tussen de
standaard- en maximumwaarden; gevoeligheid wordt alleen
verhoogd boven de standaardwaarde als de vereiste sluitertijd
voor optimale belichting langer zou zijn dan de waarde geselec-
5
teerd voor MIN. SLUITERSNELH.
N
Als de waarde geselecteerd voor BASISINSTEL. GEVOELIGHEID ho-
ger is dan de waarde geselecteerd voor MAX. GEVOELIGHEID, wordt
BASISINSTEL. GEVOELIGHEID ingesteld op de waarde geselecteerd
voor MAX. GEVOELIGHEID.
De camera selecteert mogelijk sluitertijden die langer zijn dan MIN.
SLUITERSNELH als foto's nog steeds onderbelicht zouden zijn bij de
waarde geselecteerd voor MAX. GEVOELIGHEID. Als AUTO is gese-
lecteerd voor MIN. SLUITERSNELH, de camera kiest automatisch een
minimale sluitertijd die ongeveer gelijk is aan de inversie van de lens-
brandpuntafstand in seconden (bijvoorbeeld, als de lens een brandpun-
tafstand van 50 mm heeft, kiest de camera een minimale sluitertijd in
de buurt van 1⁄50 s). De minimale sluitertijd wordt niet beïnvloed door de
optie geselecteerd voor beeldstabilisatie.
78
Opties
Opties
12800–200
12800–400
⁄–¼ SEC, AUTO
Gevoeligheid
Standaard
Standaard
AUTO1
AUTO1
AUTO2
AUTO2
200
800
1600
AUTO
AUTO3
AUTO3
3200