BEELDKWALITEIT
Selecteer een bestandsformaat en een compressieverhouding.
Selecteer FINE of NORMAL om JPEG-foto's op te nemen, RAW
om RAW-foto's op te nemen, of FINE+RAW of NORMAL+RAW om
zowel JPEG- als RAW-foto's op te nemen. FINE en FINE+RAW ge-
bruiken lagere JPEG-compressieverhoudingen voor JPEG-afbeel-
dingen van hoge kwaliteit, terwijl NORMAL en NORMAL+RAW
hogere JPEG-compressieverhoudingen gebruiken zodat er meer
afbeeldingen kunnen worden opgeslagen.
De functieknoppen
Om RAW-beeldkwaliteit aan of uit te zetten voor een enkele foto, wijst u RAW
toe aan een functieknop (
lecteerd voor beeldkwaliteit, zal het drukken op de knop tijdelijk de overeen-
komstige JPEG+RAW-optie selecteren. Als een JPEG+RAW-optie momenteel
is geselecteerd, zal het drukken op de knop tijdelijk de overeenkomstige
JPEG-optie selecteren, terwijl als RAW is geselecteerd, het drukken op de knop
tijdelijk FINE selecteert. Het maken van een foto of nogmaals op de knop
drukken herstelt de vorige instelling.
RAW OPNAME
Kies of u RAW-beelden wenst te comprimeren.
Optie
Optie
GEDECOMPRIMEERD
VERLIESVRIJ GECOMPRIM.
P
218). Als een JPEG-optie momenteel is gese-
RAW-beelden worden niet gecomprimeerd.
RAW-beelden worden gecomprimeerd met een omkeer-
baar algoritme dat de bestandsgrootte vermindert zonder
verlies van beeldgegevens. De beelden kunnen worden
bekeken in RAW FILE CONVERTER EX 2.0 (
FUJIFILM X RAW STUDIO (
ware die "lossless" RAW-compressie ondersteunt.
INSTELLINGEN BEELDKWALITEIT
Beschrijving
Beschrijving
P
P
259) of met andere soft-
6
258),
99