7.2.15 Hellingsensor
1. Schakel het laserapparaat in.
2. Gebruik het aanraakscherm om naar het menu te gaan. Selecteer het pictogram hellingmeter.
Het display toont een hellingsensor die de graden in beide richtingen weergeeft.
7.2.16 Bluetooth
1. Schakel het laserapparaat in.
2. Gebruik het aanraakscherm om naar het menu te gaan. Selecteer het pictogram Bluetooth.
Door op het pictogram te tikken, wordt Bluetooth geactiveerd of gedeactiveerd.
Bluetooth M is voor handmatig verbinden, Bluetooth A is voor automatisch verbinden. Via Bluetooth is het
mogelijk meetwaarden snel en efficiënt direct over te brengen naar een smartphone.
AANWIJZING
Om te koppelen met een smartphone de App VECTOR Measure & Sketch starten en in een van
de functies de verbinding maken.
7.2.17 Display draaien
1. Schakel het laserapparaat in.
2. Gebruik het aanraakscherm om naar het menu te gaan. Selecteer het pictogram display draaien.
Door op het pictogram te tikken, wordt de functie "display draaien" geactiveerd of gedeactiveerd.
7.2.18 Camera
1. Schakel het laserapparaat in.
2. Richt de laserpunt op het doel.
3. Druk op de cameraknop.
Op het display verschijnt het beeld van de omgeving. Door opnieuw op de cameraknop te drukken, kan
tussen 2 en 4 keer worden ingezoomd. Met het kruis in het midden van het display kan de laserpunt
makkelijker worden gevonden.
4. Druk op de meetknop.
Het resultaat wordt op de onderste regel van het display weergegeven.
7.3 Werkinstructies
Tijdens de meting mag het laserapparaat niet worden bewogen. Aan te bevelen is een vaste steun met
aanslag. Het laserzend- en ontvangstgedeelte mag bij een meting niet worden afgedekt.
Afhankelijk van het meetoppervlak kan niet worden uitgesloten dat het tot onjuiste metingen leidt.
Vermijd oppervlakken die oneffen, spiegelend, transparant of poreus zijn.
NL
21