2. INSTELLING VAN DE PRINTER
2.12 Fijne instelling
printpositie en
printintensiteit
(vervolg)
OPMERKINGEN:
Kies een waarde d.m.v. de
[RESTART] of [FEED] toets.
Het eenmaal indukken van de
[FEED] toets zorgt voor een
wijziging van –0.5mm tot –9.5 mm.
Het eenmaal indrukken van de
[RESTART] toets zorgt voor een
wijziging van +0.5mm tot +9.5 mm.
• Voorbeeld van een fijne instelling van een achterwaartse aanvoer.
Bij een instelling van +3.0 mm
In vergelijking met de positie "+0.0mm" wordt de
printstartpositie na een achterwaartse aanvoer naar
voor geschoven.
Bij een instelling van +0.0 mm
Bij een instelling van –3.0 mm
In vergelijking met de positie "+0.0mm" wordt de
printstartpositie na een achterwaartse aanvoer naar
achter geschoven.
Fijne instelling achterwaartse
mediaaanvoer
[RESTART]
[FEED]
Druk op de [PAUSE] toets na het kiezen van een fijne
aanpassingswaarde.
Aanvoerrichting
Aanvoerrichting
Aanvoerrichting
N2-61
DUTCH VERSION NO1-33059
2.12 Fijne instelling printpositie en printintensiteit
<3>ADJUST SET
BACK ADJ. +5.0mm
BACK ADJ.+9.5mm
BACK ADJ.+9.0 mm
BACK ADJ.+0.5mm
BACK ADJ.+0.0mm
BACK ADJ.-0.5mm
BACK ADJ.-9.0mm
BACK ADJ.-9.5mm
Printstartpositie na een
achterwaartse aanvoer
3mm
Printstartpositie na een
achterwaartse aanvoer
3mm
Printstartpositie na een
achterwaartse aanvoer