Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie
4.4 Elektrische aansluitingen
De RP600 is voorzien van twee klemmenstroken A en B. Hierop kunnen aansluitingen
worden gemaakt voor de te meten stromen, de signaalingangen, de signaaluitgangen, de
uitgangscontacten, de fout relais R1 en R2 en de hulpvoeding van de RP600.
Gereserveerd voor
latere uitbreiding.
Zie, "Aansluiten L1,
L2, L3, N en N50".
Zie, "Externe
storingen detecteren".
Gereserveerd voor
latere uitbreiding.
Zie "Aansluiten van
een hulpvoeding".
4.4.1 Aansluiten L1, L2, L3, N en N50
Voor het aansluiten van de fasestromen L1, L2 en L3 en de reststromen N en N50 zijn op
de klemmenstrook A vijf klemmen gereserveerd (resp. A7, A8, A9, A10 en A11). Bij een
stroomverhouding van 1:50 in van de gebruikte stroomtransformatoren
• Sluit de fasestromen L1, L2 en L3 en de
reststroom N en als volgt aan:
[VAC meas+]
[N50/VAC meas-]
N
L3
L2
L1
OUT-(0 V)
OUT+(12 V)
[110 VDC-]
[110 VDC+]
110/230 VAC
110/230 VAC
Digitaal Beveiligingsrelais RP600
A
B
12
12
R2 (com)
11
11
R2 (NO)
10
10
R2 (NC)
9
9
R1 (com)
8
8
R1 (NO)
7
7
R1 (NC)
6
6
ERR (com)
5
5
ERR (NO)
4
4
WARN (com) Zie, "Interne storingen
3
3
WARN (NO)
2
2
IN1+
1
1
IN1-
N50
N
L3
L2
L1
Zie, "Aansluiten van
fout relais R1 en R2".
Zie, "Externe storingen
detecteren".
detecteren".
Zie, "Configureren
ingang IN1".
A
11
N50
10
N
9
L3
8
L2
7
L1
4.01
4-3
Advertenties
Inhoudsopgave
