Algemene beschrijving
1.1.10 Signaleringen
De RP600 maakt het mogelijk om externe- en interne storingen te signaleren. Door gebruik
te maken van de geïntegreerde fout relais R1 en R2 kunnen voorts meer specifieke externe
storingen worden gedetecteerd. Bovendien is het mogelijk om de reststroommeting N uit te
schakelen.
1.1.10.1 Detectie externe storingen
De RP600 beschikt over een signaaluitgang (OUT) en een uitgangscontact (ERR) die
gebruikt kunnen worden om externe storingen te detecteren:
• Overstroom op één van de fasen L1, L2, L3 of N.
• Kortsluiting op één van de fasen L1, L2, L3 of N.
Bij het optreden van een externe storing zullen de signaaluitgang (OUT) en het
uitgangscontact (ERR) geactiveerd worden (zie "Externe storingen detecteren").
1.1.10.2 Detectie interne storingen
De RP600 beschikt over een signaaluitgang (WARN) die kan worden gebruikt om interne
storingen in de hard- en software van de RP600 te detecteren:
• geheugenfout
• opstartfout
Bij het optreden van een interne storing zal het uitgangscontact (WARN) geactiveerd worden
(zie "Interne storingen detecteren").
1.1.10.3 Digitale ingang
De RP600 beschikt over een signaalingang (IN1) waarmee het meten van de reststroom N
kan worden uitgeschakeld (zie "Configureren ingang IN1"). In het optiemenu kan deze ingang
geconfigureerd worden als:
• Normaal aan
• Normaal uit
• Niet gebruikt (altijd aan)
• Niet gebruikt (altijd uit)
Alternatief kan deze ingang ook gebruikt worden om de actieve parameterset te selecteren.
Ook hier heeft men 4 mogelijke opties:
• Normaal aan (set B als IN actief, anders set A)
• Normaal aan (set A als IN actief, anders set B)
• Altijd set A
• Altijd set B
1-9
Digitaal Beveiligingsrelais RP600