Tot op het display verschijnt:
ONDERS. BEL: UIT
of
ONDERS. BEL: AAN
Afhankelijk van de waarde die u tijdens de configuratie van
het faxtoestel hebt geselecteerd.
Druk op de toetsen |/} om de andere optie te selecteren.
Vanaf hier gaat u verder zoals reeds beschreven in "Eer-
ste instellingen", in het hoofdstuk "Installatie".
Nadat de instellingen zijn gemaakt, drukt u op de toets
om uw keuze te bevestigen, en daarna op de toets
om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
S
-/
TILLE ONTVANGST IN
UITSCHAKELEN
In de ontvangstmodi "WERKING AUTO", "TELEFOON/
FAX" en "AWA/FAX" kunt u het faxtoestel instellen op het
ontvangen van documenten zonder dat er bij de
oproep belsignalen overgaan.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, hangt het gedrag
van het faxtoestel af van de geselecteerde ontvangstmodus
en van wie de oproep verricht:
•
in de modus "WERKING AUTO" en "AWA / FAX", geeft
het faxtoestel bij ontvangst van een oproep, nooit een
belsignaal;
•
in de modus "TELEFOON/FAX", geeft het faxtoestel bij
ontvangst van een oproep alleen geen belsignaal in-
dien de oproep van een ander faxtoestel komt. Als
het een telefoonoproep betreft, geeft het faxtoestel een
geluidssignaal, in plaats van de belsignalen, ten teken
dat u de hoorn op moet nemen.
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
Tot op het display verschijnt:
STILLE RX: UIT
of
STILLE RX: AAN
Afhankelijk van de waarde die u tijdens de configuratie van
het faxtoestel hebt geselecteerd.
Druk op de toetsen |/} om de andere optie te selecteren.
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
A
ANTAL BELSIGNALEN WIJZIGEN
Deze functie is slechts in enkele landen beschik-
baar.
Indien het faxtoestel in de ontvangstmodus TELEFOON/
FAX of AWA / FAX staat, kan het na twee belsignalen
automatisch detecteren of de oproep afkomstig is van een
ander faxtoestel (FAX) of van een telefoon (TEL).
Indien u dit wenst, kunt u het aantal belsignalen als volgt
wijzigen:
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
Tot op het display verschijnt:
AANT.BELSIGN.:xx
Waar "XX" staat voor de waarde die u eerder hebt inge-
steld tijdens de programmering van het faxtoestel. Bijvoor-
beeld: "02".
Druk op |/} om de andere beschikbare waarden weer te
geven: "01", "04" en "08". Bijvoorbeeld:"04".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
Z
OEMERDUUR WIJZIGEN
Deze functie is slechts in enkele landen beschik-
baar.
Wanneer het faxtoestel ingesteld is op automatische ont-
vangst met oproeptypeherkenning gedraagt het zich
als volgt:
•
indien een fax oproept, wordt de oproep automatisch ont-
vangen na het ingestelde aantal belsignalen;
•
indien een telefoontoestel oproept, weerklinkt 20 se-
conden lang een geluidssignaal, waarna de ontvangst
automatisch wordt gestart indien u de hoorn nog steeds
niet hebt opgenomen.
Indien u dit wenst, kunt u de zoemerduur als volgt wijzigen:
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
Tot op het display verschijnt:
.AX/TEL TIJD:xx
Waar "XX" staat voor de waarde die u eerder hebt inge-
steld tijdens de configuratie van het faxtoestel. Bijvoorbeeld:
"20".
Druk op |/} om de andere beschikbare waarden weer te
geven: "15", "30", of "40". Bijvoorbeeld "40".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
31