Om bijvoorbeeld de naam "LARA" in te voeren, gaat
u als volgt te werk:
Tot u de letter "L" geselecteerd heeft.
Tot u de letter "A" geselecteerd heeft.
Tot u de letter "R" geselecteerd heeft.
Tot u de letter "A" geselecteerd heeft.
Om de naam te bevestigen. Op het display verschijnt:
VORM UW NUMMER
Faxnummer instellen
Voer uw faxnummer in.
Om een spatie in te voegen drukt u op
Wanneer u een fout maakt, gaat u te werk zoals bij het
instellen van uw naam.
Indien u de internationale code wilt invoeren, gebruikt u in
plaats van de nullen de toets *; op het display verschijnt het
symbool +.
Om het faxnummer te bevestigen. Op het display verschijnt:
PUBL.LIJN (PSTN)
Configuratie voor de kenmerken van de telefoonlijn
Nu kunt u het faxtoestel aansluiten op het openbare tele-
foonnet of een privé-lijn:
volg een van de twee onderstaande procedures en ga
na afloop verder met de configuratie van het faxtoestel
vanaf de stap waarbij het display "AND.CARRIER:AAN"
weergeeft.
Aansluiten op het openbare telefoonnet:
Op het display verschijnt:
PSTN KIES:TOON
De kiesmodus is een kenmerkende parameter van de
telefooncentrale die de lijn waarop uw faxtoestel is aan-
gesloten, beheert:
•
pulskiesmodus; elk geselecteerd nummer geeft een over-
eenkomstig aantal pulsen.
•
toonkiesmodus; elk geselecteerd nummer geeft een
geluid met een specifieke toon, die anders is dan die van
de andere toetsen.
U moet dus het faxtoestel op deze parameter aanpassen.
Indien u niet zeker weet welke modus u moet kiezen, vraagt
u dat het beste even aan de
Druk op|/} om de andere kiesmodus weer te geven: "PSTN
KIES:PULSE"
Aansluiten op een privé-lijn (pbx):
Om uw faxtoestel op een privé-lijn aan te sluiten en het ook
op een openbare lijn te kunnen gebruiken, gaat u als volgt
te werk:
•
Selecteer de parameter "PRIV.LINE (PBX)".
|/}.
telefoonmaatschappij.
•
Stel de kiesmodus (puls of toon) in op de modus die
wordt gebruikt door de PBX waarop het faxtoestel is aan-
gesloten. Indien u niet zeker weet welke modus u moet
selecteren, raadpleegt u het beste de PBX-beheerder.
•
Stel de buitenlijnmodus (prefix of flash) in die nodig is
om via de PBX (privé-centrale) toegang tot het openbare
net te krijgen.
•
Stem de kiesmodus (puls of toon) af op de modus die
dor de telefoonmaatschappij wordt gebruikt.
Druk op |/} om de andere beschikbare optie weer te ge-
ven:
PRIV.LINE (PBX)
Op het display verschijnt:
PBX KIES:TOON
Druk op |/} om de andere kiesmodus weer te geven:
PBX KIES:PULSE
Om uw keuze te bevestigen.
EXT.LIJN:PRE.IX
Druk op de toetsen |/} om de andere beschikbare optie
weer te geven: "EXT.LIJN:FLASH".
Indien u de modus "EXT. LIJN: PREFIX" geselecteerd hebt,
moet u het prefix-nummer invoeren (max. 3 cijfers).
Op het display verschijnt:
PSTN KIES:TOON
Druk op |/} om de andere kiesmodus weer te geven:
PSTN KIES:PULSE
OPMERKING
Wanneer de wijze waarop het faxtoestel toegang krijgt tot
het openbare net eenmaal is bevestigd, hoeft u slechts,
voor u het telefoon- of faxnummer vormt, op de toets
drukken om de lijn te nemen. Op het display verschijnt een
"E" (external).
Om de verbinding met het openbare net of de privé-lijn te
bevestigen. Op het display verschijnt:
AND.CARRIER:AAN
Automatisch kiezen van een vaak gebruikt netnummer
Door deze parameter te activeren kunt u een vaak ge-
bruikt netnummer opslaan, zoals een zonenummer of
een prefix voor toegang tot een ander telefoonbedrijf,
dat automatisch door het faxtoestel wordt geselecteerd.
Indien u deze parameter niet wilt activeren, drukt u op |/}
om de andere optie weer te geven: "AND.CARRIER:UIT"
en drukt vervolgens op
hervat vanaf het punt waarop het display: "REMOTE
START:AAN" weergeeft.
Op het display verschijnt:
NAAM INVOEREN:
te
; waarna u de procedure
7