Storing
De motor raakt oververhit en
loopt met lage snelheid.
De motor bromt en loopt niet
naar behoren.
De zekeringen slaan door en/of
de motorbeveiliging wordt
geactiveerd.
De motor loopt niet. De motor-
beveiliging wordt onmiddellijk
geactiveerd.
Te hoog energieverbruik
(motorstroom) en hogere
motortemperatuur.
Te hoog energieverbruik
(motorstroom).
Te hoog energieverbruik
(motorstroom) en hoge tempe-
ratuur van het lagerhuis (gaat
soms gepaard met geluid).
UM-PRORUNNER_mk9-2.0-NL
Mogelijke oorzaak
Los contact of gebroken kabel
in het voedingscircuit van de
motor.
Te hoog energieverbruik.
De instellingen van de frequen-
tieregelaar zijn niet juist.
De motor loopt op 2 fasen, bij-
voorbeeld door een defecte
aansluiting, een gebroken kabel
of een kapotte wikkeling.
De voeding is verkeerd aange-
sloten.
Kortsluiting in de voeding.
Verkeerde zekering (te lage
waarde).
De motorbeveiliging is slecht
afgesteld.
Kortsluiting in de wikkeling of
ten opzichte van de aarde.
De motorbeveiliging is verkeerd
ingesteld.
De mechanische aandrijving
(kettingen, banden, rollen en
geleiders) is geblokkeerd.
De producten zijn te zwaar.
De aandrijfriem loopt niet in lijn. Lijn de aandrijfriem uit.
Een kogellager, kogelbus,
retourrol of een dergelijk onder-
deel is geblokkeerd.
Problemen oplossen
Oplossing
Controleer het voedingscircuit
op losse contacten of gebroken
kabels.
Controleer of het gewicht van
het product met de gegevens
op de typeplaat overeenkomt.
Controleer of de motor soepel
en vrij loopt.
Stel de instellingen af.
Controleer de aansluitingen en
de kabel. Demonteer de motor
voor reparatie.
Sluit de voeding correct aan.
Verhelp de kortsluiting.
Pas de zekering aan de nomi-
nale motorstroom aan.
Stel de motorbeveiliging op de
nominale stroom af.
Demonteer de motor voor repa-
ratie.
Controleer de motorbeveiliging
en/of stel deze correct af.
Verwijder de blokkering. Reinig
de machine. Maak zo mogelijk
de intervallen tussen inspectie/
onderhoud/reinig korter. Con-
troleer de kettingen, aandrijfrie-
men, rollen, geleiders en
dergelijke onderdelen op
schade of verkeerde afstelling.
Controleer of de specificaties
voor gebruik van de machine in
acht zijn genomen.
Controleer het kogellager, de
kogelbus, de retourrol of een
dergelijk onderdeel en vervang
indien nodig.
39