Installeren
15. Bevestig de vlakke banden aan de drager
met klemplaten (N).
16. Installeer de kabelrups (P) met strip (O).
Raadpleeg de overzichtstekening van de
machine voor de juiste positie.
17. Sluit de kabelups op het eindstuk aan (Q).
18. Sluit de elektrische onderdelen volgens de
elektrische schema's aan. Gebruik de
kabelgoot in de kolom om de kabels naar
de aandrijving te leiden.
Zie hoofdstuk 9 voor meer informatie over de
elektrische installatie.
32
N
Q
UM-PRORUNNER_mk9-2.0-NL
O
P