Beschrijving
4.1.3
Mechanische vergrendeling
A
Pneumatische cilinder
B
Trekveer
C
Borgpen
D
Sensor borgpen ingetrokken
De vergrendeling wordt met perslucht
geactiveerd. Als perslucht naar de cilinders
wordt gevoerd, schuiven deze uit en draaien
de borgpen in een positie waarin de drager vrij
kan bewegen. Als de luchtdruk daalt, schuift
de cilinder in en draait de trekveer de borgpen
terug in de vergrendelstand.
Als de veiligheid van het personeel in het
gedrang is of in een van de onderstaande
situaties, moet de mechanische vergrendeling
worden geactiveerd:
•
Als een noodstop wordt geactiveerd, moet de veiligheidsklep de lucht uit het systeem
laten ontsnappen.
•
In geval van een stroomstoring, zorgt de veiligheidsklep ervoor dat de lucht snel kan
ontsnappen.
•
Als een of beide sensoren de borgpen niet detecteren, is de pen uitgetrokken of is er
een storing. Hierdoor moet een fout worden geactiveerd. Beweeg de drager niet naar
beneden.
-
-
•
Zorg dat de borgpennen uitgetrokken zijn voordat er onderhoud wordt uitgevoerd.
•
Als de borgpennen uitgetrokken zijn, kan de drager 125 mm naar beneden bewegen
voordat de pen goed geborgd is in de groeven in de kolom.
Zie paragraaf 10.1 voor het pneumatische schema van de vergrendeling.
18
Als de pen is uitgetrokken, mag de drager alleen langzaam en handmatig
maximaal 125 mm naar boven bewogen worden, zodat de borgpen zich kan
intrekken.
In alle andere gevallen de drager helemaal niet bewegen.
WAARSCHUWING
Gebruik de machine niet als de mechanische vergrendeling niet goed werkt.
B
B
C
C
A
A
D
D
UM-PRORUNNER_mk9-2.0-NL