Installeren
5.6.2
Een vooraf geassembleerde machine installeren
1.
Zet de machine met behulp van een
hijssysteem op zijn plaats. Zie paragraaf
5.3.2.
2.
Controleer of de machine waterpas staat.
3.
Veranker de machine (A).
4.
Zorg dat de mechanische vergrendeling
correct werkt en de borgpennen uit de
vergrendeling getrokken zijn. Zie
paragraaf 4.1.3.
5.
Controleer of de kabelrups (B) niet is
beschadigd.
6.
Zorg dat de vlakke banden (C) correct
over de katrollen lopen.
7.
Controleer of de drager (D) vrij loopt.
5.6.3
Een in losse onderdelen geleverde machine installeren
1.
Plaats het onderste deel (A) met
aandrijfsysteem en drager op de juiste
locatie.
28
Opmerking
Gebruik Fischer FBN II 12/100 of
gelijkwaardige bouten. Deze bou-
ten worden niet door Qimarox
geleverd. Raadpleeg de informa-
tie van de leverancier voor de
specificaties van de bouten.
A
C D
B
A
UM-PRORUNNER_mk9-2.0-NL
A
C