Een Vergelijkingsmeting Uitvoeren; Vergelijkende Metingen - Waygate Technologies Everest Mentor Flex VideoProbe Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor Everest Mentor Flex VideoProbe:
- Gebruikershandleiding (113 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Vergelijkende metingen
Vergelijkende metingen berusten op de bekende afmetingen van een
object dat door de fabrikant of door de sonde in het gezichtsveld is
ingesteld of maken gebruik van bekende dimensies binnen het bevroren
beeld. De Mentor Flex-processor gebruikt deze bekende afmetingen als
een referentieschaal voor het meten van een onbekend doelwit. U kunt
vergelijkende metingen uitvoeren op een bevroren beeld of op een
opgehaald beeld dat is opgeslagen in de metingsmodus Vergelijking.
04/2021
Een vergelijkingsmeting uitvoeren
Gebruik de hoofdbeschermer of bevestig een standaard vooraanzicht
of zijaanzicht op de sonde. Selecteer het Gezichtsveld (FOV) voor uw
tip via de soft-toets of het aanraakscherm. Op die manier kan de
accuraatheid van het systeem verbeterd worden door de optische
vervorming van de tip te compenseren. Als FOV niet bekend is,
B. Plaats de sondetip voor maximale nauwkeurigheid
raadpleegBijlage
door het te meten oppervlak loodrecht op de sondeweergave te laten
staan. Het doel en het bekende object moeten zich allebei in hetzelfde
vlak bevinden op dezelfde afstand van de sonde met de punt zo dicht
mogelijk, terwijl ze beide volledig op het beeld worden geplaatst. Als
het object en de referentie klein zijn op het scherm, zoom dan in. Bevries
de display voordat u begint met het meetproces.
1
– Selecteer om de Vergelijkingsmodus te starten en de juiste tip te
kiezen.
2
– Een referentie van bekende lengte moet vervolgens worden
ingevoerd door twee cursors te plaatsen en de referentielengte te
definiëren. Organiseer meetcursors om de onbekende afmeting te
bepalen. In dit geval voert het systeem een meting Cirkelmeting uit.
3
Selecteer Verwijzing, om een nieuwe referentiedimensie in te voeren
of te wijzigen, Nieuw om een andere meting toe te voegen (maximaal
5), of wijzig de actieve meting door Volgende te selecteren.
4
– Zodra een referentielengte is gedefinieerd, kan een cirkel met
bekende diameter op het beeld worden weergegeven door deze optie
te selecteren. De cirkelmeter kan worden gebruikt als een "go/no-go"-
meter wanneer de diameter ervan is ingesteld op een limiet voor de
grootte van het defect.
45
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
