Stereomeettypes
Dit gedeelte behandelt specifiek de plaatsing van de cursor voor elk type stereometing.
Beschrijving:
Lineair (Point-to-
Point)
Cursorplaatsing:
Plaats beide cursors
44
Beschrijving:
Beschrijving:
De loodrechte
De loodrechte
afstand tussen een
afstand van een
oppervlak en een
punt tot een lijn
punt erboven of
eronder.
Cursorplaatsing:
Wordt gebruikt om wijzigingen als
gevolg van slijtage, verkeerde
Plaats de eerste twee cursors om
uitlijning en andere oorzaken te
een referentielijn te definiëren.
evalueren.
Plaats de derde cursor op de
Negatieve metingen wijzen erop dat
loodrechte afstand die u wilt
de punt onder het vlak ligt. Positieve
meten
metingen tonen aan dat deze hoger
ligt dan
Cursorplaatsing:
Plaats de eerste drie cursors om
een referentievlak te definiëren.
Plaats de vier cursor op de
loodrechte afstand die u wilt meten.
Opmerking: Dieptemetingen met
een lage nauwkeurigheidsindex zijn
bijzonder gevoelig voor de positie
van de overeenstemmende cursor.
Wanneer de accuraatheidsindex
laag is, verhoogt u deze door de
sondetip dichterbij te brengen. Als u
de nauwkeurigheidsindex niet kunt
verhogen, plaats dan de cursors
zodat ze hoge
overeenkomststerkten opleveren, en
verifieer uw nauwkeurigheid.
Beschrijving:
Beschrijving:
Het oppervlak
De lengte van een
gevat binnen
niet-lineaire functie
meerdere cursors
of indicatie.
geplaatst rond een
Cursorplaatsing:
kenmerk of indicatie.
Paats twee of meer meetcursors
Cursorplaatsing:
(maximaal 24) om segmenten langs
Plaats drie of meer cursors
de functie te maken.
(maximaal 24) rond de rand van het
Als u klaar bent, selecteert u
gebied dat u wilt meten.
Gereed of drukt u tweemaal op
Als u klaar bent, selecteert u
Gereed of drukt u tweemaal op
. Het oppervlak sluit.
. De lijn is gereed.
04/2021