17. Verwijder de diagonale en dwarsbalken
(B) die niet in de overzichtstekening staan.
18. Maak de kettingen los en controleer of de
kettingen correct over de tandwielen
lopen.
19. Maak de kabelrups los en controleer of de
kabelrups niet beschadigd is.
20. Maak de drager los en controleer of de
drager vrij kan bewegen.
21. Plaats de achterpanelen (A).
22. Controleer of de mechanische
vergrendeling naar behoren werkt. Zie
paragraaf 4.1.3.
UM-PRORUNNER_mk10-2.0-NL
Opmerking
De diagonale en dwarsbalken (B)
zijn voorzien van een sticker 'Na
installatie verwijderen'.
A
A
A
Installeren
A
B
B
A
31