De gegevens over de geteste pathogenen en controles staan links in het scherm, en de
amplificatiecurven worden in het midden weergegeven.
Wanneer User Access Control (Gebruikerstoegangsbeheer) ingeschakeld is
OPMERKING
(raadpleeg paragraaf 6.6 Gebruikersbeheer) is het scherm Amplification
Curves (Amplificatiecurven) alleen beschikbaar voor de geselecteerde
gebruikers.
Druk op het tabblad Pathogens (Pathogenen) aan de linkerkant om de grafieken weer te geven
voor de pathogenen waarop is getest. Druk op de naam van een pathogeen om te selecteren
welke pathogenen in de amplificatiegrafiek worden weergegeven. Er kunnen grafieken worden
weergegeven voor één pathogeen, meerdere pathogenen of geen enkel pathogeen. Elk
pathogeen in de geselecteerde lijst krijgt een kleur toegewezen die overeenkomt met de kleur
van de amplificatiecurve die hoort bij dat pathogeen. Net-geselecteerde pathogenen worden
in het grijs weergegeven.
De C
-waarden en eindwaarden voor de fluorescentie worden onder de naam van elk
T
pathogeen weergegeven.
Druk op tabblad Controls (Controles) aan de linkerkant om de controles te bekijken en te
selecteren welke controles er in de amplificatiegrafiek worden weergegeven. Druk op de cirkel
naast de naam van de controle om deze te selecteren of te deselecteren.
Het scherm Amplification Curves (Amplificatiecurven) toont het tabblad Controls (Controles).
In de amplificatiegrafiek worden de gegevenscurves van de geselecteerde pathogenen en
controles weergegeven. Om af te wisselen tussen de logaritmische of lineaire schaal voor de y-
as, drukt u op de Lin- of Logknop in de linkerbenedenhoek van de grafiek.
Het bereik van de x-as en y-as kan worden aangepast met behulp van de grijze kiezers op elke
as. Druk op een aanwijzer
op de as. Om terug te keren naar de standaardweergave beweegt u de aanwijzer naar de
oorsprong van de as.
en houd hem ingedrukt; beweeg hem nu naar de gewenste plaats
DiagCORE Analyzer Gebruikershandleiding
31