Vierde uitgave • Vijfde druk
Test de stuurinrichting
Opmerking: Ga voor de uitvoering van de stuur- en
rijfunctietests op het platform staan en kijk naar de
voorzijde van de machine.
23 Druk de rijfunctie-keuzeknop in.
24 Druk de functieschakelaar op de
joystick in en houd deze ingedrukt.
25 Druk de duimschakelaar op de joystick in de
richting die wordt aangegeven door de blauwe
driehoek op het bedieningspaneel.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting te
draaien die wordt aangegeven door de blauwe
driehoek.
26 Druk de duimschakelaar op de joystick in de
richting die wordt aangegeven door de gele
driehoek op het bedieningspaneel.
Resultaat: De stuurwielen dienen in de richting te
draaien die wordt aangegeven door de gele
driehoek.
Onderdeelnr. 1000034DUGT
Test het rijden en de remmen
27 Druk de functieschakelaar op de joystick in en
houd deze ingedrukt.
28 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de blauwe pijl op het
bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en
verplaats de joystick vervolgens weer naar de
middelste stand.
Resultaat: De machine dient zich te verplaatsen
in de richting waarin de blauwe pijl op het
bedieningspaneel wijst en vervolgens abrupt te
stoppen.
29 Verplaats de joystick langzaam in de richting die
wordt aangegeven door de gele pijl op het
bedieningspaneel tot de machine gaat rijden en
verplaats de joystick vervolgens weer naar de
middelste stand.
Resultaat: De machine dient zich te verplaatsen
in de richting waarin de gele pijl op het
bedieningspaneel wijst en vervolgens abrupt te
stoppen.
Opmerking: De remmen moeten in staat zijn de
machine tegen te houden op elke helling die door de
machine kan worden genomen.
™
™
GS
-2032 • GS
-2632
Bedieningshandleiding
Functietests
19