1
— Symbool voor opnamemodus
2
— Actieve werkbalk (wordt niet weergegeven
tijdens het nemen van een foto).
werkbalk', p. 91.
3
— Symbool voor batterijniveau
4
— Symbool voor afbeeldingsresolutie.
5
— Afbeeldingsteller (het geschatte aantal foto's
dat u kunt maken met de ingestelde
afbeeldingskwaliteit en het gebruikte geheugen)
6
— De symbolen voor het apparaatgeheugen ( )
en de geheugenkaart ( ) geven aan waar foto's
worden opgeslagen.
7
— Symbool voor GPS-signaal.
'Locatiegegevens', p. 93.
Actieve werkbalk
De actieve werkbalk bevat snelkoppelingen naar
verschillende items en instellingen voordat en
nadat u een foto maakt of een video opneemt. Ga
naar de items en selecteer deze door op de
bladertoets te drukken. U kunt ook opgeven
wanneer de actieve werkbalk moet worden
weergegeven in het scherm.
Als u de camera sluit, worden in de actieve werkbalk
de standaardinstellingen hersteld.
Selecteer
actieve werkbalk wilt weergeven voordat en nadat
u een foto hebt gemaakt of een video hebt
opgenomen. Selecteer
verbergen
Zie 'Actieve
weergeven wanneer u deze nodig hebt. Druk op de
bladertoets als u de actieve werkbalk wilt
weergeven wanneer deze verborgen is. De
werkbalk is gedurende vijf seconden zichtbaar.
In de actieve werkbalk kunt u de volgende opties
selecteren:
fotomodus.
in videomodus)
Zie
afbeeldingen).
afbeeldingen).
zelfontspanner', p. 95.
Opties
Werkbalk weergeven
>
Opties
als u de actieve werkbalk alleen wilt
om te schakelen tussen de videomodus en de
Hiermee selecteert u de scène.
Hiermee schakelt u het videolicht in of uit (alleen
Hiermee selecteert u de flitsermodus (alleen
Hiermee activeert u de zelfontspanner (alleen
Zie 'Zelf op de foto met de
als u de
Werkbalk
>
91