WEP-sleutelgegevens in de geselecteerde
indeling) in.
Beveiligingsinstellingen voor 802.1x en
WPA/WPA2
WPA/WPA2
— Selecteer de verificatiemethode:
●
EAP
als u een EAP-invoegtoepassing (Extensible
Authentication Protocol) wilt gebruiken of
Vooraf ged. sleutel
gebruiken. Leg de gewenste instellingen vast:
Instell. EAP-plug-in
●
in overeenkomstig de instructies van de
serviceprovider.
Vooraf ged. sleutel
●
in. Hetzelfde wachtwoord moet worden
ingevoerd op het apparaat voor het WLAN-
toegangspunt.
Alleen WPA2 (modus)
●
alleen apparaten die WPA2 gebruiken een
verbinding maken.
Geavanceerde WLAN-instellingen
Selecteer
Opties
een van de volgende opties:
IPv4-instellingen
●
apparaat, het IP-adres van het subnet, de
standaardgateway en de IP-adressen van de
primaire en secundaire DNS-servers in. Neem
voor deze adressen contact op met uw
198
internetprovider.
als u een wachtwoord wilt
— Voer de instellingen
— Voer een wachtwoord
— In deze modus mogen
Geavanc. instellingen
>
— Voer het IP-adres van het
IPv6-instellingen
●
adres.
Ad-hoc kanaal
●
— Selecteer
een kanaalnummer (1-11) wilt invoeren.
Proxyserveradres
●
proxyserver in.
Proxypoortnummer
●
de proxypoort in.
Instellingen voor packet-
gegevens
Druk op
en selecteer
Instell.
Verbinding
>
De instellingen voor packet-gegevens gelden voor
alle toegangspunten waarvoor een packet-
gegevensverbinding wordt gebruikt.
Packet-ggvnsverb.
●
signaal
selecteert en u zich in een netwerk
bevindt dat packet-gegevens ondersteunt,
en kies
wordt het apparaat geregistreerd bij het
netwerk voor packet-gegevens. Het starten van
een actieve packet-gegevensverbinding verloopt
sneller, bijvoorbeeld voor het verzenden en
ontvangen van e-mail. Als er geen dekking is voor
een packet-gegevensverbinding, wordt
regelmatig geprobeerd deze verbinding tot
stand te brengen. Als u
— Definieer het type DNS-
(alleen voor Ad-hoc)
Door gebr. gedef.
als u handmatig
— Voer het adres van de
— Voer het nummer van
Instrumenten
> Packet-ggvns.
— Als u
Autom. bij
Wanneer nodig
>