Opnamefuncties
Opnamefuncties
Flitser
Voor een realistische foto van een onderwerp moet de hoeveelheid licht
constant zijn. Wanneer de lichtbron varieert, kunt u een flitser gebruiken
en daarmee voor een constante hoeveelheid licht zorgen. Selecteer de
juiste instellingen voor de lichtbron en het onderwerp.
U stelt als volgt
Druk in de opnamemodus op [m]
flitsopties in:
optie.
Pictogram
Beschrijving
Uit: de flitser niet gebruiken.
Smart Flitser: de camera past de helderheid van de flits
A
automatisch aan de hoeveelheid omgevingslicht aan.
Auto: op donkere plaatsen gaat de flitser automatisch af.
A
Automatisch rode ogen onderdrukken: de flitser gaat
automatisch af en voorkomt rode ogen.
Invulflits: bij elke foto wordt de flitser gebruikt. (De helderheid
wordt automatisch aangepast.)
Invulflits + Rode ogen: bij elke foto wordt de flitser gebruikt en
worden rode ogen verminderd.
1e gordijn: er wordt onmiddellijk
na het openen van de sluiter
een flits afgevuurd. Er wordt
vroegtijdig in de actie een
duidelijke foto van het onderwerp
gemaakt.
Pictogram
→
→
→
b
Flitser
een
Bewegingsrichting van bal
Beschrijving
2e gordijn: er wordt vlak voor
het dichtgaan van de sluiter een
flits afgevuurd. Er wordt laat in de
actie een duidelijke foto van het
onderwerp gemaakt.
•
Afhankelijk van de opname-omstandigheden kunnen de beschikbare opties
verschillen.
•
Er zit een korte tijd tussen twee flitsen. Beweeg de camera niet totdat de
tweede flits is geactiveerd.
•
Als u Uit selecteert, gaat de flitser zelfs niet af als een externe flitser is
aangesloten.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde flitsers. Gebruik van niet-
compatibele externe flitsers kan uw camera beschadigen.
Bewegingsrichting van bal
89 89