Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Opnamefuncties
Opnamefuncties

AF-modus

Hier vindt u informatie over de scherpstelmethoden van de camera.
U kunt een scherpstelmethode kiezen die bij het onderwerp past. De
mogelijkheden zijn enkelvoudige autofocus, continu-autofocus en
handmatige focus. De AF-functie wordt geactiveerd wanneer u de
[Ontspanknop] half indrukt. In de MF-modus (handmatige scherpstelling)
moet u aan de scherpstelring op de lens draaien om handmatig scherp te
stellen.
In de meeste gevallen is Enkelvoudige AF de geschikte methode. Snel
bewegende onderwerpen en onderwerpen met een klein schaduw
verschil met de achtergrond, zijn lastig scherp te krijgen. Kies voor
dergelijke situaties een geschikte scherpstelmethode.
Als uw lens beschikt over een AF/MF-schakelaar, moet u de schakelaar
instellen op de geselecteerde modus. Stel de schakelaar in op AF wanneer
u Enkelvoudige AF of Continu AF selecteert. Stel de schakelaar in op MF
wanneer u Handmatige Focus selecteert.
Als de lens geen AF/MF-schakelaar heeft, drukt u op [F] om de gewenste
AF-modus te selecteren.
U stelt als volgt de
In de opnamemodus drukt u op [F]
autofocusmodus in:
U kunt de optie ook instellen door op [m]
optie te drukken in de opnamemodus.
Afhankelijk van de lens die u gebruikt, kunnen de beschikbare opties
verschillen.
een optie.
b
AF-modus
een
74 74

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave