5.2.2 Spraakactiveringsfunctie gebruiken
Met de spraakactiveringsfunctie start het apparaat met de opname,
zodra u begint te praten. Als u ophoudt met praten, onderbreekt het
apparaat de opname na drie seconden. Zodra u weer begint te praten,
wordt de opname voortgezet.
Met het spraakactiveringsniveau legt u vast vanaf welke geluidssterkte
het apparaat met de opname begint.
1
Leg de instellingen voor de Spraakactivering vast in het
instellingsmenu en schakel de functie in
Spraakactiveringsfunctie in- en uitschakelen, pagina
Als de functie is ingeschakeld, wordt op het display het
X
symbool Š weergegeven.
2
Druk op de opnameknop g.
Het apparaat gaat in stand-by. Op het display wordt het
X
symbool voor een gepauzeerde opname (|) weergegeven. Het
apparaat start de opname zodra u begint te praten. Als u ophoudt
met praten, pauzeert het apparaat de opname na drie seconden.
3
Druk op de stopknop j, om de opname te beëindigen.
X
Het apparaat keert terug in stopmodus.
24
Opname
(zie ook hoofdstuk 9.1.6
34).
Inhoudsopgave