Ethernet
Gebruik een Categorie 5-kabel met
een RJ-45-connector voor de
standaardpoort.
Opmerking:
Als er een
ander bericht op de display
wordt weergegeven dan
Gereed, raadpleegt u de
Publications-cd voor
instructies over het wissen
van het bericht. Zoek naar
informatie over
printerberichten.
Glasvezel
Het netwerkmodel is standaard voorzien van een 10BaseT/
100BaseTX Fast Ethernet-poort.
U sluit de printer als volgt aan op het netwerk:
1
Zorg ervoor dat de printer is uitgeschakeld en dat u het netsnoer
van de printer hebt losgemaakt.
2
Sluit het ene uiteinde van de standaardkabel aan op een
aansluitpunt van het LAN of een hub en sluit het andere uiteinde
aan op de Ethernet-poort op de achterkant van de printer.
De printer past zich automatisch aan aan de netwerksnelheid.
3
Steek de stekker aan het ene uiteinde van het netsnoer van de
printer in de connector aan de achterkant van de printer en de
stekker aan het andere uiteinde in een geaard stopcontact.
4
Schakel de printer in.
Nadat de printer een aantal interne tests heeft uitgevoerd, wordt
met het bericht Gereed aangegeven dat de printer klaar is voor
afdruktaken.
5
Schakel de computer en eventuele randapparatuur in.
6
Ga door met "Printerinstallatie controleren" op pagina 59.
Glasvezel is een soort Ethernet, maar hiervoor worden andere kabels
gebruikt. Verschillende glasvezel Ethernet-poorten zijn beschikbaar
op optionele MarkNet printerserverkaarten die in de printer kunnen
worden geïnstalleerd.
Als u een optionele glasvezelkaart hebt aangeschaft, raadpleegt u
"Optionele kaart installeren" op pagina 38 voor hardware-instructies.
Kabels aansluiten
46