Veiligheidsvoorschriften
42
BW 100 AD-5 / BW 120 AD-5 / BW 100 AC-5 / BW 120 AC-5
Maak u vertrouwd met de uitrusting, de bedie-
nings- en besturingselementen en met de
werkwijze van de machine en het werkterrein.
Persoonlijke veiligheidsuitrusting (veiligheids-
helm, veiligheidsschoenen enz.) gebruiken.
Gehoorbescherming gebruiken.
Vóór het beklimmen van de machine contro-
leren of:
n
er zich personen of hindernissen naast of
onder de machine bevinden,
de machine vrij van olie of ontvlambaar
n
materiaal is,
n
alle handgrepen, tredes en platformen vrij
zijn van vet, olies, brandstoffen, vuil, sneeuw
en ijs,
n
de motorruimteklep afgesloten en vergren-
deld is.
Om op de machine te klimmen de trappen en
grepen gebruiken.
Vóór het starten controleren of:
n
de machine opvallende gebreken vertoont,
n
alle veiligheidsinrichtingen stevig op hun
plaats zitten,
n
besturing, remmen, bedienelementen, ver-
lichting en claxon functioneren,
n
de stoel juist is ingesteld,
n
de spiegels (indien voorhanden) gereinigd
en juist ingesteld zijn.
Machine niet starten met defecte instrumenten,
controlelampen of besturingsorganen.
Geen losse voorwerpen meenemen resp. deze
aan de machine bevestigen.
Bij machine met beschermbeugel steeds veilig-
heidsgordel omdoen!
Starten